Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Een tekstkritisch probleem: 1 Timoteüs 3:16

NBVHSV
Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof:
Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam,
in het gelijk gesteld door de Geest,
is verschenen aan de ​engelen,
verkondigd onder de volken,
vond geloof in de wereld,
is opgenomen in majesteit.
En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.
hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

 

Waar gaat het om?

In de oudste handschriften van het Nieuwe Testament staat ‘hij’ (Grieks: hos) en niet ‘God’ (Grieks: theos). De verandering van ‘hij’ in ‘God’ is een latere ontwikkeling die je in de handschriften goed kunt aanwijzen. Er zijn wel veel handschriften met het woord ‘God’ in 1 Timoteüs 3:16, maar je kunt nog zien dat die allemaal gecorrigeerd zijn. In de ongecorrigeerde majuskelhandschriften (daterend van begin derde tot de elfde eeuw) komt het woord ‘God’ pas in de achtste of negende eeuw voor. Ook de kerkvaders tot aan de vierde eeuw gebruiken in dit vers niet het woord ‘God’, maar altijd ‘hij’.
Waar komt deze verandering vandaan? Een van de mogelijkheden is dat het per ongeluk is gebeurd. Dat lijkt vreemd, maar in Griekse handschriften worden namen en verwijzingen naar God en Jezus heel vaak afgekort. Dat gebeurde ook met het woord ‘God’. En in het Grieks lijkt de afgekorte vorm van ‘God’ heel sterk op het Griekse woord voor ‘hij’. Als een overschrijver even niet oplette zou hij die twee vormen zo maar met elkaar hebben kunnen verwarren. Maar het is ook mogelijk dat deze verandering opzettelijk was. Overschrijvers brachten veel vaker kleine, en in hun ogen onschuldige, verduidelijkingen aan. En de tekst wordt veel duidelijker met een zelfstandig naamwoord als onderwerp van de zes werkwoordsvormen die volgen.

Wat is het belang?

In enkele teksten in het Nieuwe Testament wordt Jezus ‘God’ genoemd, maar niet al die teksten zijn even duidelijk. Als de tekst van de Statenvertaling (SV) en de Herziene Statenvertaling (HSV) hier de juiste zou zijn, zou 1 Timoteüs 3:16 een van de duidelijkste teksten zijn waarin Jezus ‘God’ wordt genoemd. Maar dat is niet het geval. Het is heel duidelijk dat in de oudste Griekse tekst ‘hij’ (hos) stond en niet ‘God’ (theos).
Het is dus geen theologische keuze van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), maar een kwestie van het volgen van de oudste Griekse tekst. Opvallend is dat in Johannes 1:18 juist in de NBV Jezus als God wordt aangeduid, en in de (H)SV niet. De NBV heeft daar: ‘de enige Zoon, die zelf God is’ en de (H)SV heeft: ‘de eniggeboren Zoon’. Ook in dit geval gaat het om een verschil in de Griekse tekst, en is de tekst die de NBV vertaalt waarschijnlijk de oudste Griekse tekst.

Latere vertalingen

In de handschriften die voor de Textus Receptus zijn gebruikt stond in 1 Timoteüs 3:16 het woord ‘God’. Daardoor kwam dit ook in de Textus Receptus terecht. Omdat de SV en de HSV die tekst als grondtekst hebben gebruikt, staat daar nu dus ook ‘God’. Maar het staat dus niet in de oudste handschriften.

Haal het meeste uit debijbel.nl

Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot:

  • Meer dan 20 Bijbelvertalingen (waaronder bronteksten)
  • Extra achtergrondinformatie
  • Studieaantekeningen

Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons