Val niet van de rots!


Daar staat hij. Tussen zijn vrienden en zijn allerbeste Vriend. Simon Barjona, door Jezus Petrus genoemd, rots. Hij is een voormalig visser uit Galilea, nu is hij visser van mensen en leerling van Jezus. Een man met het hart op de tong. Enthousiast, vurig en soms een beetje overmoedig. Het is in ieder geval duidelijk: Petrus gáát voor Jezus. Nu staat hij te luisteren. Jezus geeft hem en de anderen onderwijs. Petrus luistert aandachtig, want één ding weet hij zeker: Deze Jezus is de Messias, de Zoon van God. Hij heeft het pas nog beleden:
Petrus, je bent de rots
Petrus is overtuigd: Jezus is de Zoon van de levende God. Petrus is de eerste die deze geloofsbelijdenis van de kerk heeft uitgesproken. En omdat hij de eerste is, noemt Jezus hem rots. Volgens de evangelist Johannes noemde Jezus Petrus meteen bij hun eerste ontmoeting al rots (Johannes 1:40-42), nu zegt Hij dat hij ook dé rots ís! Hij is de eerste rotssteen waarbij de andere gelovigen zich zullen aansluiten. In Petrus ziet Jezus een leider. Jezus heeft vertrouwen in hem. Petrus zal bouwen aan de kerk, en deze gemeenschap zal zich gaan uitstrekken tot over de hele wereld. Steady en stevig als een rots zal hij staan.
Deze beloftevolle woorden heeft Jezus nog maar heel recent tegen Petrus gezegd. Met dit vertrouwen luistert hij naar Jezus. Petrus heeft Jezus lief en hij weet dat Jezus hem liefheeft en vertrouwt. Petrus voelt ook de verantwoordelijkheid van de opdracht die Jezus hem gegeven heeft. Hij voelt het vuur branden. Jezus vertelt ook vandaag over zijn koninkrijk. Het is een heftige boodschap dit keer:
Petrus, val niet van je rots
Petrus, Rots, wat doe je nu? Jezus zegt dat Hij moet lijden en sterven, en jij gaat er tegenin? Je probeert Jezus af te leiden van zijn weg! Jezus reageert scherp: ‘Ga terug, Satan, achter Mij!'. Petrus, je denkt aan je eigen plan, maar niet aan Gods plan. Zo ben je geen betrouwbare rots meer, maar een struikelblok voor Jezus. Je neemt je rol als leider iets te serieus. Je hebt eigen ideeën over Jezus en denkt niet aan het hogere plan van God. Petrus, je bent de rots, maar je bent op je eigen rots gaan staan, en er hard vanaf gevallen. Je bent in een klap veranderd van de rots waarop de kerk wordt gebouwd naar de tegenstander van haar belangrijkste boodschap.
Wij, de rotsstenen
Petrus is de rots. De eerste rotssteen waarop Jezus zijn kerk bouwt. Wij zijn de rotsstenen die zich daarbij aansluiten. Het is dus ook aan ons de opdracht om te bouwen aan zijn koninkrijk. Jezus vertrouwt ons dat ook toe. Maar dat bouwen moet altijd samengaan met inzicht en afhankelijkheid van God. Wanneer we voor onszelf gaan denken dan kunnen we, hoe vurig we ook zijn, de plank behoorlijk misslaan. Kunnen we veranderen van een voorstander naar een tegenstander van God. Daarom de opdracht van Jezus: Verloochen jezelf en je eigen ideeën en kom achter Mij aan. Wat van jezelf is, houdt geen stand, maar wat van Mij is, dat zal blijven.
Petrus zal na dit moment nog vaker vallen, net als wij. Maar we mogen weer opstaan. Aan de hand van Jezus weer omhoog. En zo gaan we stap voor stap, met vallen en opstaan, achter Jezus aan, richting Jeruzalem, richting het kruis. Want alleen via die weg kan het Pasen worden.
Emmely Post-Spreeuwenberg