Wie was Petrus in de Bijbel?
Simon Petrus is een van de twaalf leerlingen van Jezus. Hij heeft een sterke band met Jezus, ondanks zijn impulsieve karakter en zijn verloochening wanneer Jezus gevangengenomen wordt. Later wordt Petrus een belangrijke leider in de vroege kerk.
De betekenis van de naam Simon Petrus
Simon betekent ‘luister’ in het Hebreeuws.
Jezus noemt Simon ‘Petrus’. Petrus komt van het Griekse woord petra, wat rots betekent. Op sommige plekken in het Nieuwe Testament wordt hij Kefas genoemd, wat Aramees is voor rots.
Bij de twaalf leerlingen van Jezus zit nog een tweede Simon: Simon de IJveraar
Petrus en Jezus
Simon is samen met zijn broer Andreas
Petrus heeft, net als Jakobus
Petrus’ karakter
Petrus heeft een impulsief karakter. Hij handelt soms impulsief en zegt dingen die hij niet waar kan maken. Zo wil hij over water naar Jezus lopen. Dit lukt even, maar door zijn twijfel zakt hij dan toch weg in het water (Matteüs 14:28-31). Ook verloochent Petrus Jezus: wanneer Jezus gevangengenomen wordt, zegt Petrus tot drie keer toe dat hij Jezus niet kent (MatteüCs 26:69-75; Marcus 14:66-72; Lucas 22:47-53; Johannes 18:25-27).
Petrus na de opstanding van Jezus
Petrus is als een van de eerste leerlingen bij het graf van Jezus wanneer hij opgestaan is. Al snel wordt Petrus een belangrijke leider in de vroege kerk (zie ook Jezus’ opdracht in Johannes 21:15). Hij is het niet altijd eens met Paulus over hoe om te gaan met niet-Joodse, onbesneden gelovigen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Galaten 2:11-12.
Zelfs als Petrus naar de gevangenis moet, blijft hij trouw aan zijn geloof in Jezus (Handelingen 4:19-20). Hij wordt uit die gevangenis bevrijd, en is later waarschijnlijk in Rome door keizer Nero gekruisigd.