Wie zeg jij dat Ik ben?
‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Die vraag stelt Jezus in Matteüs 16:15
Verwarring
Steeds weer zie je in de evangeliën dat veel van wat Jezus zegt en doet verwarring oproept. Hij is ‘maar’ een timmerman, maar doet ook wonderen. Zelfs de wind en de zee buigen zich voor zijn gezag! De mensen noemen Hem een profeet, maar Hij lijkt niet te weten dat de vrouw die zijn voeten zalft een zondares is. Hij spreekt over zichzelf als ‘Mensenzoon’, een titel voor de beloofde messias die volgens Daniël 7:13-14
Hoogespannen verwachtingen
Een deel van de verwarring die rondom Jezus ontstaat, hangt samen met de verwachtingen die in de joodse heilige boeken werden gewekt. In profetische teksten en psalmen lazen de mensen over een koning die vrede en recht zou brengen. Een koning uit het geslacht van David, die deze beroemde voorouder nog mijlenver zou overtreffen. Het Joodse volk werd op dat moment al eeuwenlang onderdrukt, eerst door de Babyloniërs, toen door de Perzen, de Grieken, en in de tijd van Jezus door de Romeinen. De gevolgen voor de bevolking waren enorm: hoge belastingen om de veldtochten en bouwprojecten van de Romeinen en hun vazalkoningen te financieren, beperkte godsdienstvrijheid, en het bewustzijn altijd tweederangsburgers te zijn, met alle onzekerheid van dien.
Het verbaast niemand dat veel mensen reikhalzend uitzagen naar een moment waarop hier verandering in zou komen. Naar een leider die niet corrupt zou zijn, die zou opkomen voor de rechten van de zwakken en eindelijk een eind zou maken aan onderdrukking en uitbuiting. Kortom, een koning zoals die in de heilige schriften werd beloofd.
Diepe wortels
Tijdens het leven van Jezus schemert soms al iets door van die koning en het koninkrijk dat Hij zal stichten, bijvoorbeeld wanneer Hij zieke mensen geneest en de storm tot rust brengt. Maar andere verwachtingen moesten worden bijgesteld of wachten nog steeds op vervulling.
In Matteüs 16 geeft Petrus enthousiast antwoord op Jezus’ vraag wie Hij is: ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God’. Maar pas na Jezus’ dood en opstanding wordt voor hem en de andere leerlingen echt duidelijk wie Hij was. In het verhaal van de Emmaüsgangers gebeurt dat in een oogwenk: Jezus legt de geschriften aan hen uit, breekt het brood … en verdwijnt, zodra ze doorhebben wie ze voor zich hebben.
Wat Jezus in dit verhaal doet – het duiden van zijn leven, sterven en opstanding in het licht van de verwachtingsvolle teksten uit het Oude Testament – gebeurt op nog veel meer plekken in het Nieuwe Testament. De auteurs zien in Jezus de messias die al door de profeten is beloofd, en de Zoon van David, de gezalfde koning, waarover gesproken wordt in de psalmen. Hij is voor hen ook de lijdende dienaar van de heer, die zo indrukwekkend beschreven wordt in Jesaja 53
Jouw antwoord
Wie is Jezus? Een definitief, volledig antwoord op die vraag is misschien onmogelijk te geven – Jezus laat zich niet vasthouden, door ons net zomin als door de Emmaüsgangers. En toch nodigt Hij ons uit om steeds opnieuw antwoord te geven op de vraag: ‘Wie zeg jij dat Ik ben?’
Wil jij in de aanloop naar Pasen ook aan de slag met deze vraag? Bestel dan het gratis dagboekje