Hanneke Schaap-Jonker: Zelfbeheersing en de Geest
Zelfbeheersing. Ik vind het een lastig onderwerp, juist omdat ik door mijn werk in de psychiatrie met de gebrokenheid van het leven geconfronteerd word. Ligt het aan je psychische ‘aanleg’ als jij er weinig moeite mee hebt en iemand anders juist veel? Of gaat het hier om discipline? Als dat zo is, waarom noemt Paulus zelfbeheersing dan een effect van het werk van de heilige Geest?
Binge eating en vloekdwang
Ik denk aan Jaap, een man met een groot gapend gat in zijn jeugd. Dagenlang vecht hij om zijn drang tot binge eating de baas te blijven. Maar wanneer de spanning te hoog oploopt, propt hij zich vol met al het eetbare wat hij maar kan vinden in huis. Ik denk aan Heleen, een jong meisje met een eetstoornis die de andere kant uitgaat; die van een gevaarlijk laag ondergewicht. Heleen is extreem goed in zelfbeheersing. Ze heeft maximale controle over het aantal calorieën dat ze inneemt, over hoe lang en hoe intens ze beweegt, en over hoeveel kilo’s ze nog kwijt gaat raken. En zo kan ik nog wel even doorgaan: Rian die alcohol drinkt om de pijn van vroeger thuis te verdoven, en die op dit punt geen enkele zelfbeheersing meer heeft, Tijmen die vloekdwang heeft… Al deze mensen zijn christen en willen dit gedrag het liefst nog vandaag veranderen. Je kunt nou niet direct zeggen dat ze er plezier in hebben om volgens hun eigen wil te leven of hun eigen begeerten (vergelijk Galaten 5:16, 19
Nobody is perfect
Overigens wil ik met deze voorbeelden niet suggereren dat alleen mensen met psychische aandoeningen worstelen met zelfbeheersing. We doen allemaal regelmatig de dingen die we eigenlijk niet willen en we hebben een voorkeur voor snelle behoeftebevrediging. Te lang voor de tv of een Netflix-serie hangen bijvoorbeeld, of te veel bezig zijn met sociale media, driftig reageren, een zak chips in één keer leeg eten – er zijn zoveel dingen waarin het moeilijk kan zijn jezelf te beheersen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over geld, seks en macht.
Twee dimensies
Hoe zit het met de vrucht van de Geest en zelfbeheersing? Is Heleen hier degene die door de Geest geleid wordt? Is haar anorexia de uiting van een zeer geestelijk leven? Dat lijkt me niet. Haar voorbeeld maakt direct al duidelijk dat zelfbeheersing als vrucht van de Geest niet gelijk is aan zelfcontrole als psychisch vermogen, als mechanisme om te dealen met innerlijke pijn of angst, of aan gewetensvol-zijn als persoonlijkheidstrek. Het gaat hier om een andere dimensie, en het is belangrijk om daarbij stil te staan. Onze mentale gezondheid heeft invloed op ons geloofsleven en andersom. Psyche en geloof hangen dus samen, maar ze zijn niet hetzelfde. Het gaat om twee dimensies die in de beleving niet altijd te scheiden zijn, maar wel onderscheiden moeten worden.
Psychische klachten betekenen niet dat je een slechte gelovige bent, en het tegenovergestelde van geloof is niet psychische ziekte. Integendeel, geloof en ongeloof vormen twee uitersten van een dimensie, en psychische gezondheid en psychische ziekte de uitersten van een andere dimensie. De zelfbeheersing waarover Galaten 5 spreekt als vrucht van de Geest hoort thuis in de dimensie van het geloof, niet in die van psychisch functioneren.
Kiezen wat echt belangrijk is
Als vrucht van de Geest heeft zelfbeheersing te maken met het vermogen om te kiezen voor wat echt belangrijk is. Gerechtigheid en zelfbeheersing gaan samen op, zie Handelingen 24:25. Voor zelfbeheersing in die betekenis is wilskracht nodig: om niet voor jezelf en je eigen toko te gaan, maar om jezelf te temperen en gematigd te zijn. Deze wilskracht komt voort uit de Geest van God in je. Tim Keller merkt hierover op dat wilskracht die voortkomt uit trots, of die alles zelf onder controle wil houden, te maken heeft met het handhaven van je ego. En, zegt Keller, dat is het tegenovergestelde van zelfbeheersing! Niet alles wat zelfbeheersing lijkt, komt dus bij de Geest vandaan. Het kan goed zijn om op dit punt eens in de spiegel te kijken.
Vernieuwing, stap voor stap
Zelfbeheersing is een vrucht van de Geest. Een vrucht groeit. Zomaar. Dat heb je als mens niet in je eigen vingers. Dat vind ik een zeer ontspannende gedachte. Zelfbeheersing is geen eigen prestatie, maar komt van binnenuit, door het werk van de Geest die in de gelovigen woont. Dat is dezelfde Geest van wie Paulus zegt dat die onze zwakheden te hulp komt (Romeinen 8:26
Eigen inzet
Zelfbeheersing is een vrucht van de Geest, die als vanzelf rijpt en groeit in het leven van het geloof. Tegelijk vraagt zelfbeheersing ook eigen inzet, aldus Petrus: ‘Span al je krachten in om je geloof te verrijken met (…) zelfbeheersing (…)’, (2 Petrus 1:6). Zoals een vrucht groeit door water, licht, warmte en voeding, zo groeit de vrucht van de Geest wanneer je je in het krachtenveld van de Geest beweegt, wanneer je de warmte van Gods liefde in Jezus opzoekt, wanneer je je laat voeden door de woorden van God. Dat kun je oefenen, daarin kun je de leiding van de Geest inroepen – de Geest van leven en vrijheid, van genade en vrede. De Geest die ons de kracht geeft om het goede te doen, en die in onze gebrokenheid en pijn nabij is als Trooster. En die ons ondanks onze beperkingen en tekorten vrucht laat dragen tot eer van God.
Hanneke Schaap-Jonker
Psycholoog en theoloog, rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Eleos/ De Hoop ggz) en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.