Dag 12
Bijbeltekst(en)
Deuteronomium 8
Na veertig jaar rondtrekken door de woestijn staat het volk eindelijk op de drempel van het beloofde land. Het zal een prachtig land zijn, met rivieren en bronnen, akkers en boomgaarden in overvloed. Heel anders dan de dorre woestijn waar het volk steeds honger en dorst leed.
Maar Mozes waarschuwt de Israëlieten ook voor een gevaar dat een leven in welvaart met zich meebrengt: in al hun overvloed kunnen de mensen denken God niet meer nodig te hebben. De woestijn was een plek waar het vertrouwen van het volk in God werd getest. Maar het beloofde land stelt hen misschien nog wel meer op de proef: daar is de verleiding om trots te worden, om te vergeten dat alle rijkdom door God is gegeven, om God zélf te vergeten.
Mozes herinnert de Israëlieten aan alles wat God voor hen gedaan heeft. God wil het goede voor zijn volk. En Hij wil dat ze Hem niet vergeten. Want alleen als het volk in verbondenheid leeft met God, kan het beloofde land hun echt het goede brengen dat Hij voor hen heeft weggelegd.
Herken jij het gevaar waar Mozes voor waarschuwt?