Dag 11
Bijbeltekst(en)
Deuteronomium 6
De HEER is de enige
‘Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige!’ Deze woorden vormen de kernzin van het Sjema, een belijdenis die centraal staat in het jodendom. Deuteronomium 6:4-9 wordt wel gezien als de fundamentele basis van het geloof van Israël. In het Hebreeuws luidt de laatste zin van vers 4: ‘JHWH is één.’ Het is een zin met meerdere betekenislagen: de HEER is de enige God, Hij is onveranderlijk en innerlijk onverdeeld, er is niemand als Hij. Het gebod dat hieruit voortvloeit is: ‘Heb de HEER, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht.’ Hem liefhebben, dat is het antwoord dat God van zijn volk vraagt in reactie op de liefde die Hij hun zelf heeft getoond door hen te bevrijden uit de slavernij in Egypte en door hen naar het beloofde land te brengen. De mensen kunnen hun liefde uitdrukken door zich te houden aan Gods geboden. Dan zal de band tussen God en zijn volk niet verbroken worden, en zal het goed met hen gaan in het land dat Hij hun beloofd heeft.
Hoe zie jij het verband tussen God liefhebben en je houden aan zijn geboden?