vrijdag 11 - Lucas 19:29-48

Bijbeltekst(en)

Lucas 19

Intocht in Jeruzalem

29Toen Hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde Hij twee van de leerlingen vooruit 30en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. 31Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?”, moeten jullie antwoorden: “De Heer heeft het nodig.”’ 32De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies zoals Jezus had gezegd. 33Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: ‘Waarom maken jullie het los?’ 34Ze antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’ 35Daarna brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten. 36Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor Hem op de weg uit. 37Toen Hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hadden gezien. 38Ze riepen: ‘Gezegend Hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ 39Enkele farizeeën in de menigte zeiden tegen Jezus: ‘Meester, berisp uw leerlingen.’ 40Maar Hij antwoordde: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’

41Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon Hij te huilen om de stad. 42Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. 43Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten. 44Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.’

45Hij ging naar de tempel, waar Hij de handelaars begon weg te jagen, 46met de woorden: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ 47Dagelijks gaf Hij onderricht in de tempel. De hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders van het volk wilden Hem uit de weg ruimen, 48maar ze wisten niet hoe ze dat moesten doen, want het hele volk hing aan zijn lippen.

Lucas 19:29-48NBV21Open in de Bijbel

De leerlingen prijzen God en zeggen over Jezus: ‘Gezegend Hij die komt als koning!’ Deze tekst komt uit Psalm 118, een lied over Gods trouw en de redding die Hij brengt.

Wat voor koning is Jezus volgens jou?
Heb je wat extra tijd? Lees dan ook eens Psalm 118.

Luister naar deze aflevering

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.29.1
Volg ons