Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Godverlaten?

Bijbeltekst(en)

Marcus 5

1Ze kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen. 2Toen Hij uit de boot gestapt was, kwam Hem meteen vanuit de grafspelonken een man tegemoet die door een onreine geest bezeten was 3en in de spelonken woonde. Niemand kon hem meer vastbinden, zelfs niet met kettingen. 4Hij was al dikwijls aan handen en voeten geketend geweest, maar dan trok hij de kettingen los en sloeg hij de boeien stuk, en niemand was sterk genoeg om hem te bedwingen. 5En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen. 6Toen hij Jezus in de verte zag, rende hij op Hem af en wierp zich voor Hem neer, 7en luid schreeuwend zei hij: ‘Wat heb ik met Jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer Je bij God: doe me geen pijn!’ 8Want Hij had tegen hem gezegd: ‘Onreine geest, ga weg uit die man.’ 9Jezus vroeg hem: ‘Wat is je naam?’ En hij antwoordde: ‘Legioen is mijn naam, want we zijn met velen.’ 10Hij smeekte Hem dringend om hen niet uit deze streek te verjagen. 11Nu werd er op de berghelling een grote kudde varkens gehoed. 12De onreine geesten smeekten Hem: ‘Stuur ons naar die varkens, dan kunnen we bij ze intrekken.’ 13Hij stond hun dat toe. Toen de onreine geesten de man verlaten hadden, trokken ze in de varkens, en de kudde van wel tweeduizend stuks stormde de steile helling af, het meer in, en verdronk in het water.

14De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat ze hadden meegemaakt, en de mensen gingen kijken wat er gebeurd was. 15Ze kwamen bij Jezus en zagen de bezetene daar zitten, gekleed en bij zijn volle verstand, dezelfde man die altijd bezeten was geweest door het legioen, en ze werden door schrik bevangen. 16Degenen die alles gezien hadden, legden uit wat er met de bezetene en met de varkens was gebeurd. 17Daarop drongen de mensen er bij Jezus op aan om hun gebied te verlaten. 18Toen Hij in de boot stapte, smeekte de man die bezeten was geweest om bij Hem te mogen blijven. 19Dat stond Hij hem niet toe, maar Hij zei tegen hem: ‘Ga naar huis, naar uw eigen mensen, en vertel hun wat de Heer allemaal voor u heeft gedaan en hoe Hij zich over u heeft ontfermd.’ 20De man ging weg en begon in de Dekapolis rond te vertellen wat Jezus voor hem had gedaan, en iedereen stond verbaasd.

Marcus 5:1-20NBV21Open in de Bijbel

Deze tekst lijkt een vreemde eend in de bijt. Wat heeft het verhaal over de bezetene die Jezus bevrijdt te maken met de Bijbelse lijnen die we tot nu toe gevolgd hebben? Op het eerste gezicht niet veel, maar op het tweede toch wel. Dat komt allereerst door de plek waar dit verhaal zich afspeelt: in de Dekapolis, in het gebied van de Gerasenen. Dat gebied ligt in het huidige Jordanië. Gerasa is een geliefde plek bij toeristen, omdat je er nog veel monumentale sporen tegenkomt van de bewoners in de tijd van Jezus: Grieken en Romeinen.

Dat in dit gebied vooral niet-Joden woonden, is ook uit het verhaal in Marcus duidelijk – volgens de joodse wetten zijn varkens onrein, dus in een joods gebied zullen er geen grote kuddes varkens geweest zijn.

Je zou kunnen zeggen dat Jezus hier zijn woorden uit Johannes 10 waarmaakt: ‘Ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet Ik hoeden’. Tussen de varkens, graftombes en tempels voor andere goden zorgt Jezus voor een nieuw begin in het leven van iemand die volledig vastzat. Het verhaal eindigt met een nieuwe volgeling van Jezus, die het goede nieuws dat hem is overkomen meteen met iedereen deelt.

Onze wereld kan soms voelen als een godverlaten plek. Dit verhaal laat, net als het kerstverhaal, zien dat God in de persoon van Jezus op onverwachte plekken en momenten iets van Zichzelf openbaart. Waar ontdek jij Jezus vandaag?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons