Johannes 20:1-18 – Preekinspiratie

Klik hier om deze passage te lezen in de NBV21

Bekijk de video

Video volgt.

Blijf op de hoogte

Wil je een seintje ontvangen wanneer er nieuw materiaal online staat?

Ter inspiratie: Bijna niet te geloven

Te geloven dat Jezus uit de dood is opgestaan is geen vanzelfsprekendheid. Dat zie je in ieder evangelie terug (denk bijvoorbeeld aan de Emmaüsgangers bij Lucas) en zo ook bij Johannes. Bij Johannes staat Maria centraal en tegelijk nodigt Johannes zijn lezers uit om naast Maria te komen staan. Zouden wij niet dezelfde conclusie trekken als zij, wanneer ze ziet dat de steen voor het rotsgraf waar Jezus in begraven is weggehaald? Zouden wij niet evengoed denken: dit graf is geschonden, het lichaam geroofd? Dat is natuurlijk de meest voor de hand liggende conclusie.

Zo’n vergissing is kenmerkend voor het Evangelie volgens Johannes. De werkwoorden voor ‘zien’ en ‘inzien’ komen meermaals voor in deze passage. Zo klinkt vrijwel overal in deze passage de kernvraag van dit evangelie mee: Hoe zie je Jezus? Als een mislukte, want geëxecuteerde, messias-pretendent, of als de door God verhoogde Zoon? Aan de ene kant heeft Johannes in de proloog van zijn evangelie onthuld wie Jezus is, aan de andere kant zien we door het evangelie heen steeds hoe moeilijk dat is voor zijn leerlingen om te bevatten. In dit slothoofdstuk is dat niet anders.

Wat Maria uiteindelijk doet inzien dat Jezus is opgestaan, is het moment dat Jezus haar als de goede herder aanspreekt met haar naam. Dat is het omslagpunt in deze scène. Er zijn haar, en ons als lezers, dan door Johannes al vijf aanwijzingen aangereikt dat Jezus is opgestaan: het open graf, het ontbreken van Jezus’ lichaam, de opgevouwen gezichtsdoek, de verschijning van twee engelen en de verschijning van Jezus zelf. Wie gelooft herkent deze aanwijzingen voor wat ze zijn, zoals dat gaat bij de (anonieme) leerling van wie Jezus veel hield (20:8). Maar aan de hand van Maria laat de evangelist zien hoe voor haar, en ons als lezers, dat geloof mag doorbreken: het is Jezus zélf die de grenzen doorbreekt, de grenzen tussen leven en dood, tussen hemel en aarde, tussen geloof en ongeloof. En Hij doet dat door haar bij haar naam te noemen.

Uitgelicht

Niet voor niets situeert Johannes de opstanding in een tuin, en staat daarbij de ontmoeting tussen Jezus en Maria centraal. Deze plaats en ontmoeting herinnert aan die eerste twee mensen in de paradijstuin. Zo duidt Johannes aan dat Jezus’ opstanding de weg vrijmaakt naar herstel voor heel de schepping van het leven zoals God het van oorsprong heeft bedoeld.

Meer weten?

Wil je op het gebied van exegese gelijk meer weten over deze passage?

Op deze pagina vind je aantekeningen bij de tekst en meer informatie over de opbouw en context.

Hier lees je deze tekst in verschillende vertalingen.

En wanneer je een Plus-account hebt, vind je hier de passage in verschillende vertalingen met aantekeningen (tip: zet bij ‘Persoonlijk’ ‘Toon voetnoten’ en ‘Toon verwijzingen’ aan).

Op deze pagina:

... vind je in video-vorm en tekst inspiratie voor de preek verbonden aan de kern van dit Bijbelgedeelte.

Johannes laat de lezers als het ware meekijken over de schouder van de diverse actoren in het verhaal om zo zelf tot het inzicht te komen dat Jezus de opgestane Heer is.

Je vindt op deze pagina ook links naar meer achtergrondinformatie bij deze passage. Dit alles helpt je om een goed onderbouwde en inspirerende preek te maken die ingaat op actuele vragen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.29.1
Volg ons