Na ons de zondvloed?
Overstromingen, hitterecords, verwoestende bosbranden. En daarbovenop een rapport over de klimaatcrisis om wakker van te liggen. Waar haal je dan de moed vandaan om hoopvol en in vertrouwen te leven?
Je kunt er somber van worden. Dringt het wel door, vraag ik me af, dat als onze uitstoot van broeikasgassen niet drastisch omlaaggaat, de zeespiegel een of zelfs twee meter zal stijgen in deze eeuw? En nog veel meer in de eeuw daarna? Gelovige mensen hoor ik in dat verband dan wel eens zeggen: ‘Maar God houdt alles in de hand, dus het zal wel goed komen.’ Dat is mij te makkelijk. Maar wat helpt me dan wel?
Moet en moed
Allereerst helpt mij wat ik in Genesis 9: 8-11
Wat stelt de mensheid tegenover die belofte van God? Ik kom er niet omheen: de mensheid collectief, maar ook ik als mens persoonlijk, ik moet kiezen: beloof ik van mijn kant te doen wat ik kan om een nieuwe zondvloed – een klimaatontwrichting met alle chaos, rampen en vluchtelingenstromen van dien – te voorkomen? Dat is een spannende keuze. Want als ik dat beloof, moet ik af van mijn energieverslaving en neiging tot consumentistisch gedrag. Nee, bekeringen zijn nooit gemakkelijk. De Bijbel weet ervan.
Ik weet niet of het je opviel, maar ik gebruikte al twee keer het woord ‘moeten’. En daar word ik dan weer moe van, van alles wat niet meer mag en van alles wat moet. En trouwens, al zou ik mijn levensstijl drastisch omgooien, wat maakt het uit op wereldschaal? Als buren, familie, vrienden, kerkgenoten – bijvoorbeeld – hun derde auto aanschaffen, soms om plausibele redenen, of hun jaarlijkse vliegvakantie nu na corona alsnog inhalen? Wat helpt, als ik moe en moedeloos ben? Hoe kom ik aan moed?
Vreugde
De zondag nadat het sombere IPCC-rapport over klimaat verscheen, was ik te gast in een dorpskerkje. Daar werd ik verrast. Er werd gelezen uit Prediker 9:7-9
Wat nou? Draait het dus toch weer om ongebreideld genieten, erop los consumeren, want morgen sterf je? Toch niet, zei de voorganger. Zulk genieten – graaien, hebzuchtig naar je toehalen – zei hij, is een vorm van vluchten. Een vlucht voor de onrust in je hart en je ziel. Een vlucht voor leed, pijn, kwetsbaarheid en andere ongemakkelijke waarheden. Het genieten dat Prediker hier bedoelt is geen vluchten, maar ontvangen. Leven met open handen. Dankbaar aannemen wat je krijgt.
Op stress – ook klimaatstress – kunnen we reageren op drie manieren: vechten, vluchten of verlammen. Alle drie hebben ze te maken met angst. En waar angst heerst, is liefde afwezig. Deze preek in dat dorpskerkje liet me zien dat er een vierde en betere manier is om op mijn klimaatstress te reageren: liefde, of beter: verbondenheid, want dat begint met een ‘v’. Verbondenheid met mezelf, met mijn medemensen, met de natuur, waardoor ik uit het domein van de angst kom. Verbondenheid die me helpt om af te kicken van mijn verslavingen. Verbondenheid vanbinnen met God, die mij het bestaan gaf.
De hervormde theoloog A.A. van Ruler verwoordde dat in zijn boek De dood wordt overwonnen: ‘Waarom is de mens er? Hij is er, om er te zijn. Als Gods beeld, dat Hem behaagt. Onze bestemming ligt in ons menszijn; kras gezegd: niet in de liefde, maar in de vreugde, waarin wij ons verheugen, over alles, ook over onszelf.’
Vechten, vluchten of verlammen bij klimaatstress? Doe mij maar verbondenheid. Beter voor mij én voor het klimaat. Want een beter milieu begint bij wat je gelooft.
Peter Siebe
Persvoorlichter en eindredacteur bij het NBG. Ook is hij betrokken bij de Groene Kerken.