Genoeg om uit te delen
Oktober begint bij ons in de kerk altijd feestelijk. De eerste zondag nemen onze jongeren de dienst over. Daar bereiden ze zich wekenlang op voor en de kerk zit stampvol, omdat de mensen weten: hier heb ik iets aan.
De zondag daarop is er dan oogstdienst, zoals wij dat noemen. We danken God voor al zijn zegeningen en we denken na over onze gaven. We zamelen lang houdbare voeding in voor de armsten in onze buurt, in Brasschaat. En we houden ook een geldelijke collecte voor de sociale kruidenier. Het is een vrolijke dienst, niet in het minst omdat we geven.
Mensen komen aan met dozen vol blikken, cornflakes, rijst, tomatensaus, appelmoes, pudding en noem maar op. Dat wordt uitgestald voorin de kerk. 2 Korintiërs 9:7 komt als het ware tot leven: ‘Laat ieder zoveel geven als hij besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft.’
Bijbelse lessen over geven
Geven aan armen, geven voor goede doelen, zeker voor een organisatie die je kent uit je buurt, is fijn. Het geeft een goed gevoel. Maar er valt – Bijbels gezien – veel meer over te vertellen.
Lees even met mij mee (2 Korintiërs 9):
In dit kleine stukje tekst zit een rijke schat! Het ligt in Gods macht om ons genoeg te geven. Genoeg om in staat te zijn om (ieder) goed werk te doen. Geven doen we niet enkel met geld. Soms is je glimlach meer waard dan een grote som.
In vers 9 gaat het over de armen. God deelt uit aan de armen. Hoezo deelt God uit? Dan zouden er toch geen armen zijn?
God overstelpt ons met gaven en deelt door ons uit aan wie tekort komt. Hoe heerlijk is dat! Dat is een van de vele manieren waarop Gods rechtvaardigheid werkt. Heb je er al eens bij stilgestaan, dat we door te geven meewerken met God? Samenwerken met de Eeuwige, Ongeziene, Grote-is-een-veel-te-klein-woord God?
Die gedachte wordt herhaald in een beeld dat alles vat: God verschaft ons zaad om te zaaien en als wij zaaien, zal Hij het laten ontkiemen. Ik heb nu de neiging om te gaan schrijven: en het zal vrucht dragen, dertig-, zestig- en honderdvoudig. Maar dan zijn we in Marcus 4:20 beland.
De connectie tussen beide teksten is wel sprekend. Door het geven, ons zaaien, zal onze rechtvaardigheid vrucht dragen. Het is goed om een rechtvaardigheidsgevoel te hebben, maar het is veel beter om rechtvaardigheid te zaaien, zodat ze kan geoogst worden.
Dat is hoe God werkt, dat is hoe Hij met ons wil samenwerken. En die samenwerking is zo ontzettend mooi, dat je hart er helemaal blij van wordt. Op den duur weet je dat en dan ben je bij het geven zelf al blijmoedig, want je weet dat God jouw zaad laat ontkiemen en dat het vrucht zal dragen.
Ook deze boodschap is als een zaad. Geef ze blijmoedig door en de oogst zal groot zijn!
Katelijne Depoortere