‘Geven jullie hun maar te eten’
In de NBV21 geven we geen aalmoezen meer, maar ‘giften uit barmhartigheid’. Een begrijpelijker term, die toch nog de nodige vragen oproept. Wat heeft ‘barmhartigheid’ ons in deze tijd te zeggen? Vandaag deel drie in deze serie: wat betekent het als je vanuit Gods barmhartigheid naar mensen kijkt?
Door Hendrik Hoet
Manfred leerde ik kennen toen hij aanbelde en naar de pastoor vroeg die afwezig was. ‘Hij kent mij en heeft mij al altijd geholpen.’ Manfred vroeg om geld voor sigaretten. Hij rook naar drank, ook al was het nog vroeg in de voormiddag. Later zag ik hem terug in Kamiano, het restaurant voor dak- en thuislozen van de Gemeenschap van Sant’Egidio.
Een verloren zoon
‘Geven jullie hun maar te eten’ (Marcus 6:37
In Kamiano hebben ze alles gedaan om met een hele ploeg van alle mogelijke sociale en medische diensten hem telkens opnieuw aan een woning te helpen, maar iedere keer verspeelde hij die door zijn gedrag. Tot hij werd opgesloten in een gevangenis in de bossen ver van de stad, die vroeger een instelling was voor ‘opvang van bedelaars en landlopers’. Toen ik eindelijk toestemming kreeg om hem te bezoeken, zag hij er veel beter uit. Maar omwille van de Covid-pandemie was een tweede bezoek niet meer mogelijk. En plots belt men mij vanuit Kamiano dat Manfred vrijgelaten was, in het restaurant stond en naar me vroeg. Ik ben onmiddellijk naar hem toegegaan. Gelukkig maar, want hij was bezig al zijn bekenden op te zoeken. En de volgende morgen hebben ze hem dood gevonden in een ondergrondse parking. Op zijn uitvaart hebben we met hem gebeden: ‘Jezus, denk aan mij wanneer U in uw koninkrijk komt’ (Lucas 23:42
Hendrik Hoet
Lid van de Gemeenschap Sant’Egidio