Het regent, het zegent
Het regent, het zegent, klinkt het in een kinderlied. De hele lente lang hebben we ons aan deze woorden moeten optrekken. Geheel anders was het in de tijd van Elia:
Vergankelijk geluk
Onder koning Achab was er meer dan drie jaar droogte. Drieënhalf om precies te zijn. Het is een bijzonder getal in de Bijbel. In het boek Daniël en in Openbaring komt de drieënhalf jaar of tweeënveertig maanden terug als een tijd van verschrikkelijke beproeving. De reden: afgoderij. Altijd hetzelfde. Mensen lopen weg van God en zoeken hun geluk elders in tijdelijke en ingebeelde dingen.
De vakantietijd is – als het goed is – een tijd van genieten. Even weg van alles, weg van de drukte, weg van het alledaagse. Maar in onze zoektocht naar ontspanning en plezier, lopen wij soms ook het gevaar ons geluk te zoeken in vergankelijke zaken. Het risico bestaat dat we, net als het volk Israël onder koning Achab, onze ware bron van zegen vergeten: God zelf.
Elia’s last-minute
Elia gaat ook op reis. Het is nogal last minute. Op leven en dood vlucht hij naar de Kirit-vallei. Zijn voedsel komt van God.
God blijkt na die tijd toch wel weer vergevingsgezind voor zijn volk. Elia wordt naar Achab teruggestuurd. Na de grote confrontatie op de Karmelberg, waarin de profeet aantoont dat de HEER de ware God is, bidt Elia vurig voor regen. Die komt niet zo direct, maar Elia houdt vol.
Zeven keer zendt hij zijn dienaar op pad om naar de hemel te kijken. Pas na de zevende keer verschijnt er een kleine wolk, niet groter dan een hand, aan de horizon. Toch is dat voor Elia de bevestiging van Gods belofte. En dan komt de tekst:
Achab ziet geen regen. Hij bemerkt misschien niet eens het wolkje ter grootte van een mensenhand, maar het geloof van Elia staat al veel verder. Jezus zou het ons later herinneren:
De regen kwam en het land werd gezegend. De droogte was voorbij, en het volk kon opnieuw ervaren hoe groot de genade van God is.
In tijden van grote nood wordt uitgekeken naar Gods kracht. Op andere momenten lijkt ons geloof een beetje met vakantie. Wat zou het fijn zijn, wanneer we in de aankomende zomerperiode met ons hart bij onze God blijven, zodat we écht en van harte kunnen zeggen: het regent, het zegent!
Katelijne Depoortere
Volg ons vakantie leesplan 'Op weg gaan en thuiskomen'
Ontdek in 21 dagen hoe de Bijbel spreekt over mensen die onderweg zijn. Een rode draad door de Bijbel is, dat we vreemdeling zijn en worden opgeroepen om vreemdelingen welkom te heten. Ons thuis is niet op aarde, maar we hebben een hemels paspoort.