Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

14 - Afsluiting van de Bergrede

Verdiep je in de bergrede

INLEIDING

Matteüs sluit in dit gedeelte de Bergrede af en werkt toe naar het volgende hoofdstuk in zijn evangelie. Maar eerst geeft hij zijn lezers en hoorders gelegenheid om op adem te komen en na te denken over wat Jezus allemaal gezegd heeft.

UITLEG MATTEÜS 7:28-8:1

Het einde is het begin

De rede van Jezus is tot een eind gekomen. Matteüs sluit in dit gedeelte de Bergrede af. Wat hierbij opvalt is dat de introductie van 4:23-5:2 sterk lijkt op de afsluiting in 7:28-8:1. De afsluiting is als het ware het spiegelbeeld van de inleiding:

‘grote groepen mensen volgden hem’ (4:25) ‘mensenmassa’ (5:1)‘grote mensenmassa’s volgden hem’ (8:1)
‘de berg’ (5:1)‘de berg’ (8:1)
‘hij ging de berg op’ (5:1)‘hij daalde de berg af’ (8:1)
‘hij nam het woord’ (5:1)‘hij was uitgesproken’ (7:28)
‘onderricht’ (5:1)‘onderricht’ (7:28)
hand-swipe-horizontalSwipe om alle gegevens te zien

In de afsluiting zien we ook nog iets anders gebeuren: Matteüs laat zien hoe deze rede overkomt bij het publiek. De mensen zijn diep onder de indruk van Jezus’ onderricht. Was het in 5:1 nog niet helemaal duidelijk wie er precies luisterden naar de woorden van Jezus, daar laat Matteüs nu zien dat iedereen de oren gespitst had. Het onderscheid tussen leerlingen en luisteraars lijkt weggevallen te zijn. Ook worden er geen vervolgvragen gesteld aan Jezus; er vindt geen vervolggesprek plaats. We krijgen alleen te lezen dat de mensen onder de indruk waren: dit is de eerste en enige reactie van het publiek. Door deze stille mensenmassa komt de gehele aandacht te liggen op de woorden van Jezus. Het onderstreept zijn autoriteit en gezag: als Jezus spreekt, luisteren de mensen en maken zijn woorden indruk.

Een adempauze

Deze stilte wordt ook nog op een andere, subtielere manier onderstreept. Na deze eerste rede – de Bergrede – volgen in dit evangelie nog vier andere redes van Jezus (zie de kadertekst ‘Toespraken van Jezus’ in bijbelstudie 1). Elk van die redes eindigt met een zin die ons gelijk weer terugbrengt in het lopende verhaal:

  • tweede rede: ‘Toen Jezus uitgesproken was … trok hij weer verder …’ (11:1)
  • derde rede: ‘Toen Jezus deze gelijkenissen had uitgesproken, verliet hij die plaats.’ (13:53)
  • vierde rede: ‘Nadat Jezus deze rede had uitgesproken, verliet hij Galilea en ging hij langs de overkant van de Jordaan naar Judea.’ (19:1)
  • vijfde rede: ‘Toen Jezus deze laatste rede had uitgesproken, zei hij tegen zijn leerlingen: …’ (26:1)

Maar bij de Bergrede wijkt Matteüs van deze vorm af: ‘Toen Jezus deze rede had uitgesproken, waren de mensen diep onder de indruk van zijn onderricht’ (7:28). Pas in 8:1 daalt Jezus dan de berg af en vervolgt Hij zijn weg. Daarmee bouwt Matteüs een reflectiemoment in. Hij creëert een gelegenheid om zelf na te denken over de rede van Jezus. Om net als het publiek even stil te zijn en de woorden tot je te laten doordringen. Een korte adempauze.

Jezus spreekt met gezag

Ook verschilt de afsluiting nog op een andere manier van de inleiding: de mensen zijn onder de indruk, omdat Jezus spreekt met gezag. In de Introductie op de Bergrede lieten we al zien dat Matteüs op een subtiele manier Jezus’ onderricht minstens hetzelfde gewicht geeft als Mozes’ onderricht. Maar Matteüs laat ook zien dat Jezus niet een ‘Mozes 2.0’ is. Jezus spreekt op eigen gezag en autoriteit. Dit werd het duidelijkst in 5:17-48, waar Jezus zegt: ‘Maar ik zeg jullie’. Hij spreekt vanuit zijn eigen naam. Dit kan Hij doen, omdat Hij de Vader kent (Matteüs 11:27). En daarmee worden zijn woorden gedragen door een ander gezag dan de woorden van hun eigen schriftgeleerden.

Het woord ‘gezag’ (Grieks: exousia) is niet alleen een afsluiting van de Bergrede, maar het vormt ook een verbinding met het gedeelte dat na de Bergrede komt. Zoals we eerder al lazen, bestaat Jezus’ missie uit onderwijzen enerzijds en het genezen en doen van wonderen anderzijds (zie bijbelstudie 1). In Matteüs 5-7 stond het onderwijs centraal, en in Matteüs 8-9 trekt Jezus vervolgens rond en staan de genezingen en wonderen centraal. Het woord exousia komt in dit gedeelte drie keer terug. Eerst komt het terug in 9:6 (‘volmacht’) en 9:8 (‘macht’) als Jezus’ uitspraken ter discussie komen te staan. Vervolgens komt het nog een keer voor in 10:1 als Jezus zijn leerlingen ‘macht’ geeft om dezelfde dingen te doen als Hij. Zo verbindt Matteüs met het woord ‘gezag’ het einde van de Bergrede met de wonderen en genezingen die na de Bergrede volgen: beide zijn onderdeel van Jezus’ missie (4:23).

VRAGEN

  1. 1.Matteüs nodigt uit om een adempauze te nemen en alle woorden van Jezus op je in te laten werken. Wat is jou het meest bijgebleven van de Bergrede? Waarom?
  2. 2.Bij vier van de vijf redes in Matteüs staat ook een reactie van het publiek. Lees Matteüs 7:28; 13:54-57; 19:25; 22:33 met elkaar en vergelijk de reacties met elkaar. Wat valt je op? Waarom denk je dat er na de vijfde rede geen reactie staat?
  3. 3.Lees Matteüs 8:2-10:1. Welke verbindingen met de Bergrede kun je leggen?

DE BERGREDE EN DE VELDREDE

In dit boekje hebben we stilgestaan bij de Bergrede uit Matteüs, maar er is ook de zogeheten Veldrede uit Lucas. Deze kun je lezen in Lucas 6:17-49. Het wordt de ‘Veldrede’ genoemd, omdat Jezus net is afgedaald van een berg en vervolgens de mensen toespreekt vanaf ‘een plaats waar het vlak was’ (Lucas 6:17); een veld lijkt dus de meest voor de hand liggende plek. Wat je direct zal opvallen is dat deze rede in veel opzichten lijkt op de Bergrede, soms zelfs tot op woorddetail toe. Maar ook zijn er grote verschillen: alleen de omvang van de Veldrede is al beduidend kleiner dan de Bergrede. Hoe kunnen we deze (soms woordelijke) overeenkomsten en verschillen nu verklaren? Hier wordt door bijbelwetenschappers verschillend over gedacht, maar een beproefde verklaring is de volgende: Matteüs en Lucas hebben allebei gebruikgemaakt van een bron, die wetenschappers ‘Q’ noemen. Dit is de eerste letter van het Duitse woord Quelle, dat ‘bron’ betekent. Deze schriftelijke bron bevatte verhalen over Jezus en ook veel van zijn uitspraken. Matteüs en Lucas hebben vervolgens deze bron gebruikt bij het schrijven van hun evangelie. Daar hebben ze enerzijds dingen uit overgenomen (vandaar de overeenkomsten), maar tegelijkertijd ook hun eigen accenten gelegd en aanvullingen aangebracht (vandaar de verschillen). Waar die aanvullingen dan vandaan komen, is weer een aparte vraag. In het kort: naast de schriftelijke bron Q waren er vermoedelijk nog meer schriftelijke en mondelinge overleveringen, en soms hebben de evangelisten zelf dingen aangevuld. Met behulp van Q kunnen we op die manier dus de overeenkomsten en de verschillen goed verklaren. Het blijft natuurlijk een reconstructie (we hebben nooit een document ‘Q’ gevonden), maar het is wel een reconstructie die beproefd is en nog steeds de beste verklaring biedt.

MEER LEZEN?

Op debijbel.nl vind je nog meer achtergrondinformatie bij onderwerpen uit deze bijbelstudie, bijvoorbeeld: leerlingen, gezag en de vijf redes in Matteüs.

Bijbelstudie voor kringen 14: Afsluiting van de Bergrede

Om te beginnen

Vraag de deelnemers om alle bijbelstudies nog eens (snel) door te bladeren. Welk gedeelte van de Bergrede heeft hen het meest aangesproken? Waarom?

Gespreksvragen

  • Wat is je het meest bijgebleven van deze bijbelstudie? Welk woord, beeld of gevoel staat je nog voor de geest?
  • Wat neem je mee? Wat roept vragen of weerstand op?
  • ‘In de Bergrede laat Jezus zien hoe de weg van God in deze wereld eruitziet: een weg van liefde en gerechtigheid.’ Blik met elkaar eens terug en bespreek in hoeverre deze bijbelstudies je hebben geholpen in het ontdekken van Gods weg in deze wereld.

Opdracht voor thuis

Kies één vers uit de Bergrede waar je nog eens over na wilt denken. Zorg dat je op een plek bent waar je niet gestoord kunt worden en waar het tien minuten stil kan zijn. Zet een timer aan en mediteer op de tekst. Wat zegt God door deze woorden tot je?

Gerelateerde Bijbelgedeelten

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.19.0
Volg ons