Dag 6
Bijbeltekst(en)
Exodus 16
Nadat de Israëlieten veilig door de Rietzee zijn getrokken, begint er een lange en barre tocht door de woestijn, op weg naar het land dat God beloofd heeft. De Israëlieten lijden honger en beginnen opnieuw te klagen. Het is makkelijk om ze weg te zetten als een stelletje zeurpieten, maar daarmee doen we geen recht aan het feit dat ze vaak dagenlang onder de brandende zon moesten lopen, zonder een waterbron of iets eetbaars tegen te komen. God stoort zich aan het geklaag, maar toch helpt Hij zijn volk: ’s avonds stuurt Hij kwakkels (vogels waarvan het vlees kon worden gegeten), en de volgende ochtend laat Hij manna uit de hemel regenen. Zo herinnert Hij de
Israëlieten eraan dat Hij het is die hen bevrijd heeft en die hen steeds opnieuw helpt. De Israëlieten mogen iedere dag zoveel manna verzamelen als ze nodig hebben, maar ze mogen niets voor de volgende dag bewaren. Ze moeten erop vertrouwen dat de volgende dag opnieuw in hun behoefte zal worden voorzien, en zo van dag tot dag leven met God.
Ook Jezus benadrukt dat de hemelse Vader iedere dag voor de mensen zorgt, en dat ze zich daarom geen zorgen hoeven te maken voor de dag van morgen (Matteüs 6:25-34).
Hoe moeilijk of makkelijk vind jij het om dit in je eigen leven in praktijk te brengen?