Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dag 5

Bijbeltekst(en)

9-10De Egyptenaren achtervolgden hen, en haalden hen in bij Pi-Hachirot, waar het volk van Israël zijn kamp had opgeslagen, dicht bij de zee, tegenover Baäl-Sefon. Toen de Israëlieten de farao zagen naderen, met al zijn paarden, wagens en ruiters en al zijn voetvolk, werden ze doodsbang en riepen ze de HEER luidkeels om hulp. 11Ze zeiden tegen Mozes: ‘Waren er soms in Egypte geen graven, dat u ons hebt meegenomen om in de woestijn te sterven? Hoe kon u ons dit aandoen! Waarom hebt u ons uit Egypte weggehaald? 12Hebben we niet al in Egypte gezegd: “Laat ons toch met rust, laat ons maar als slaven voor de Egyptenaren werken, want dat is altijd nog beter dan om te komen in de woestijn”?’ 13Maar Mozes antwoordde het volk: ‘Wees niet bang, wacht rustig af. Dan zult u zien hoe de HEER vandaag voor u de overwinning behaalt. De Egyptenaren die u daar nu ziet, zult u hierna nooit meer terugzien. 14De HEER zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen.’

15De HEER zei tegen Mozes: ‘Waarom roep je Mij te hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder trekken. 16Jij moet je staf geheven houden boven de zee en zo het water splijten, zodat de Israëlieten dwars door de zee kunnen gaan, over droog land. 17Ik zal de Egyptenaren onverzettelijk maken zodat ze hen achterna gaan, en dan zal Ik mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger, zijn wagens en zijn ruiters, ten val te brengen. 18De Egyptenaren zullen beseffen dat Ik de HEER ben, als Ik in mijn majesteit de farao, met al zijn wagens en ruiters, ten val heb gebracht.’

19De engel van God, die steeds voor het leger van de Israëlieten uit was gegaan, stelde zich nu achter hen op. Ook de wolkkolom, die eerst voor hen uit ging, stelde zich achter hen op, 20zodat hij tussen het leger van de Egyptenaren en dat van de Israëlieten kwam te staan. Aan de ene kant bracht de wolk duisternis, aan de andere kant verlichtte de vuurzuil de nacht. Die hele nacht konden de legers niet bij elkaar komen. 21Toen hield Mozes zijn arm boven de zee, en de HEER liet de zee terugwijken door gedurende de hele nacht een krachtige oostenwind te laten waaien. Hij veranderde de zee in droog land. Het water spleet, 22en zo konden de Israëlieten dwars door de zee gaan, over droog land; rechts en links van hen rees het water op als een muur.

Exodus 14:9-22NBV21Open in de Bijbel

De Israëlieten hebben het land van slavernij achter zich gelaten, maar ze hebben nog een lange weg te gaan naar het beloofde land. De farao krijgt spijt van zijn beslissing om de Israëlieten te laten gaan. Met een indrukwekkend leger zet hij de achtervolging in. De Israëlieten zijn doodsbang en verwijten Mozes dat ze beter in Egypte hadden kunnen blijven. Zodra er tegenslag is, zijn de Israëlieten liever slaven van de farao dan een volk dat afhankelijk is van God. Maar Mozes vertrouwt wél op God. ‘Wees niet bang,’ stelt hij het volk gerust, ‘God zal jullie redden.’ Mozes heeft niet altijd zo’n sterk vertrouwen gehad. Eerder twijfelde ook hij aan Gods plannen (zie 3:11; 5:22). Maar hij heeft een leerschool doorlopen. Op bevel van God houdt hij zijn staf omhoog boven de zee. Midden door de zee wordt een pad drooggelegd, waarover de Israëlieten veilig naar de overkant trekken. Deze gebeurtenis helpt het volk om weer vertrouwen te krijgen in God. Later, wanneer de Israëlieten zich opnieuw in moeilijke situaties bevinden, zullen ze terugdenken aan dit wonder en er hoop uit putten (zie bijvoorbeeld Deuteronomium 7:18; Jesaja 43:16-17).

Hebben er in jouw leven gebeurtenissen plaatsgevonden die je hebben geholpen om te vertrouwen op God?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons