Vreemdelingen op aarde
Hoor mijn gebed, HEER, luister naar mijn hulpgeroep, wees niet doof voor mijn verdriet, want een vreemdeling ben ik, bij U te gast zoals ook mijn voorouders waren. - Psalm 39:13
Bijbeltekst(en)
Psalmen 39
Hoe gedraag je je op een manier die past bij je geloof in God als alles en iedereen om je heen iets anders verkondigt?
De schrijver zwijgt terwijl zijn vijanden hem belachelijk maken. Voor hem is zwijgen de enige optie, omdat hij bang is dat hij opnieuw zal zondigen als hij spreekt of handelt. Zijn huidige ellende is veroorzaakt door zijn eerdere wangedrag (verzen 11-12). En hij wil er nu absoluut zeker van zijn dat hij geen nieuwe zonde aan zijn lijst toevoegt. Waarom? Omdat God hem misschien streng aanpakt, maar ook zijn enige hoop in het leven is (vers 7).
De auteur weet maar al te goed dat we als mensen vreemdelingen zijn op deze aarde. Hij benadrukt hoe kort en kwetsbaar ons leven is. En hij verwoordt de teleurstelling die we kunnen voelen als ons leven ellendig lijkt. Waar is onze hoop? Het antwoord is: bij God! We zijn voor een korte tijd Gods gasten op deze aarde, als vreemdelingen, net als de mensen die ons zijn voorgegaan (vers 12). Als mensen zijn we allemaal vreemdelingen en ontheemden, maar als gelovigen hoeven we de hoop niet te verliezen; we maken ook deel uit van Gods wereldwijde natie, die voor altijd zal blijven bestaan.
Voel jij je door je geloof in God weleens vervreemd van je omgeving? Kan deze psalm je helpen om hier op een goede manier mee om te gaan?