Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

7/21 - Onderling afhankelijk

‘… want dit zegt de HEER, de God van Israël: Tot op de dag dat Ik weer regen op de aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet leeg raken.’ - 1 Koningen 17:14

Bijbeltekst(en)

1 Koningen 17

8Toen richtte de HEER zich tot Elia met de woorden: 9‘Ga naar Sarefat, in de buurt van Sidon, en neem daar je intrek. Ik heb een weduwe daar opgedragen je van voedsel te voorzien.’ 10Elia ging op weg naar Sarefat, en toen hij bij de stadspoort aankwam, zag hij een weduwe die bezig was hout te sprokkelen. Hij riep haar en vroeg of ze een kommetje water voor hem wilde halen, zodat hij zijn dorst kon lessen. 11Terwijl ze wegliep om water te halen, riep hij haar na of ze ook een stuk brood voor hem wilde meenemen. 12‘Zo waar de HEER, uw God, leeft,’ antwoordde zij, ‘ik heb niets meer in voorraad, alleen een handjevol meel in de pot en een restje olijfolie in de kruik. Kijk, ik heb net een paar takken geraapt om iets te eten te maken voor mij en mijn zoon. Als dat op is, zullen we van honger sterven.’ 13Maar Elia zei: ‘Maak u niet ongerust. Doe wat u van plan was, maar bak van wat u in huis hebt eerst iets voor mij en kom me dat brengen. Daarna kunt u voor uzelf en uw zoon iets klaarmaken, 14want dit zegt de HEER, de God van Israël: Tot op de dag dat Ik weer regen op de aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet leeg raken.’ 15De vrouw ging naar huis en deed wat Elia had gezegd. En ze hadden elke dag te eten, zij, Elia en haar familie. 16Er was meel in de pot en de oliekruik raakte niet leeg, zoals de HEER bij monde van Elia had beloofd.

1 Koningen 17:8-16NBV21Open in de Bijbel

Inmiddels zijn we weer honderden jaren verder in de geschiedenis van Israël. De leiders en de bevolking van het land hebben op allerlei manieren gezondigd. Daarom moet Elia namens God een periode van droogte en dus van honger aankondigen. Maar Elia zelf mag op Gods aanwijzingen veiligheid zoeken in het buitenland.

De ontmoeting tussen Elia en de vrouw in dit verhaal is onthullend. Elia is een man van God en de vrouw is een buitenlandse weduwe van wie we de naam niet eens kennen. Maar ook al heeft Elia een bevoorrechte positie, hij bevindt zich hier in een zeer kwetsbare situatie en heeft de hulp en gastvrijheid van de weduwe nodig.

Elia moet de weduwe om hulp vragen en zij biedt hem haar weinige bezit aan. In hun ontmoeting delen en ontvangen ze allebei meer dan wat ze voor mogelijk hadden gehouden. Elia ontvangt voedsel en een toevluchtsoord en de weduwe ontvangt Gods Woord, dat haar en haar gezin van het nodige voedsel voorziet. Ze erkennen hun onderlinge afhankelijkheid, en nog veel belangrijker: ze herkennen iets van God in de ander.

Welke les heeft Elia door deze gebeurtenis geleerd, denk je? En welke de weduwe?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.0
Volg ons