Keti Koti, wat betekent dat voor mij?
Door Hedwig Komproe
Slavernij zit in de vezels van mijn familiegeschiedenis. Mijn vader komt uit Suriname, mijn moeder van Curaçao. Van beide kanten komen mijn voorouders dus van plaatsen waar Nederland slavernij dreef met tot slaaf gemaakten die vanaf de Afrikaanse westkust werden verscheept naar De West. Curaçao had in de zeventiende eeuw een belangrijke functie voor de WIC als verdeelstation van de duizenden tot slaaf gemaakten die naar niet-Nederlandse koloniën moesten worden vervoerd. Mijn moeders overgrootouders waren nog tot slaaf gemaakten op plantage Knip tegen de Westpunt van Curacao aan.
Ook aan Surinaamse zijde komen de namen van mijn voorouders voor in de annalen van plantage Alkmaar te Commewijne waar zij als (ex-)slaven geregistreerd staan.
Onwerkelijk
In mijn ouderlijk huis op Curaçao had mijn vader een Surinaams wandkleed aan de muur met daarop zwarte slavenhanden met gebroken kettingen, met daaronder de tekst Keti Koti 1863 (Gebroken ketting). Hoewel ik in mijn kinderjaren (ik ben van 1958) op Curaçao regelmatig werd geconfronteerd met kenmerken van apartheid, was slavernij voor mij onwerkelijk. Ik kon mij er geen voorstelling van maken, totdat ik geconfronteerd werd met Hollywoodfilms over slavernij. Ik kon er niet naar kijken. Op latere leeftijd ben ik erachter gekomen dat de daadwerkelijke afschaffing van slavernij in het koninkrijk der Nederlanden pas 10 jaar later plaatsvond, in 1873. De slavendrijvers die er mee stopten kregen toen 300 guldens per vrijgelaten tot slaaf gemaakte. De ex-slaven kregen niets.
Tijd om te verwerken
Reeds rond 1600 werden Afrikanen door andere Afrikanen aan Europeanen verkocht die hen vervolgens tot slaaf maakten om op de suikerrietplantages in De West te werken.
Deze periode heeft dus formeel bijna drie eeuwen lang geduurd. Ik moet bij dit cijfer altijd denken aan het feit dat de Joden ook ruim 400 jaar in Egypte als slaven hebben geleefd. En nog steeds herdenken ze hun bevrijding uit die situatie! In de loop van vele eeuwen is het ze gelukt om hun ervaringen een plek te geven. Dat geldt niet voor de Afrikaanse afstammelingen. Bij hen zijn die wonden in de zielen van de meerderheid nog gapend, ook al heeft diezelfde meerderheid het er niet over.
Goedgepraat door de Bijbel?
Toen ik ontdekte dat de Bijbel, die voor mij het Woord van God is, op een aantal plaatsen slavernij lijkt goed te praten, kon ik mij voorstellen dat sommigen in het verleden de Bijbel gebruikten om hun economische motieven te legitimeren. Dat stond haaks op mijn overtuiging dat slavernij inhumaan en buitengewoon zondig is. Ik moest dan ook een verklaring hebben om de Bijbelteksten die slavernij lijken te vergoelijken, in een context te kunnen plaatsen.
Efeziërs 6:5-8 bijvoorbeeld:
Slaven, gehoorzaam uw aardse meester zoals u Christus gehoorzaamt, met ontzag, respect en oprechtheid; niet met uiterlijk vertoon om bij de mensen in de gunst te komen, maar als slaven van Christus die van harte alles doen wat God wil. Doe uw werk met plezier, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat allen door de Heer beloond worden voor het goede dat ze doen, zowel slaven als vrije mensen.
Efeziërs 6:5-8, NBV
Erkenning en verwerking
Dat kan God toch nooit zo bedoeld hebben, dacht ik. Ik heb er lang over gepiekerd en commentaren en interpretaties van anderen bestudeerd en er over gebeden. Mijn ervaring met die commentaren en interpretaties is dat echt complexe teksten worden overgeslagen. Frustrerend!
Soms wordt de teksten door een dusdanige bril gezien en weergegeven dat de ene groep er voordeliger vanaf komt dan de andere. Denk bijvoorbeeld met de Kanaänieten ten opzichte van de Israëlieten in Genesis 9, wanneer Noach de nakomelingen van zijn zoon Cham vervloekt. Die tekst wordt later gebruikt om slavernij vanuit Afrika goed te praten terwijl de schrijver van Genesis het nergens in de tekst heeft over huidskleur.
God is liefde, maar slavernij heeft niets met liefde te maken, integendeel.
Persoonlijk heb ik het volgende geconcludeerd. Het is goed dat de kettingen van de slavernij zijn gebroken. Slavernij is wreed, mensonwaardig en niet van God. Slavernij is zondig. Daarmee sluit ik mij aan bij St. Augustinus die stelde dat slavernij zondig, onnatuurlijk en een resultaat van de zondeval is. Vanaf de zondeval hebben dood en verderf hun intrede gedaan. Daar is slavernij onderdeel van.
In Nederland ben ik er pas achter gekomen dat Keti Koti herdacht wordt en dat er zelfs feesten worden gehouden om de bevrijding te blijven vieren. En wat mij betreft blijven we dat doen, als onderdeel van de erkenning en verwerking die zo essentieel zijn om als werkelijk vrije mensen te leven.
Hedwig Komproe
theoloog, psycholoog, voorganger te Amsterdam en o.a. bestuurslid SKIN.