Een stil begin
Stilte. De Bijbel begint ermee. Met een wereld waarop nog niets gebeurt, waarop nog niemand spreekt, geen vogel zingt en geen mobieltje afgaat. Ik stel het me voor als een concertzaal vlak voordat de eerste noot klinkt: één en al afwachting en ingehouden adem.
De schepping van hemel en aarde
Dan wordt de stilte doorbroken. Niet door lawaaierige bedrijvigheid, maar door een stem die orde brengt en leven schept. Vier scheppingsdagen lang hoor je alleen de stem van God. Er is wel van alles te zien: licht en donker, water en droge grond, planten, hemellichamen. Maar pas vanaf de vijfde dag klinken er bij Gods stem ook de geluiden van andere levende wezens. Vogels fluiten, leeuwen brullen, koeien loeien…
Zwijgen
En de mensen, de man en de vrouw die God naar zijn beeld schept? Die doen er voorlopig nog het zwijgen toe. Druk bezig de prachtige wereld in zich op te nemen waarin ze zijn terechtgekomen. ‘Alles is zeer goed,’ vindt God, en daar hebben ze niets aan toe te voegen. Misschien overpeinzen ze ook wel de opdracht die ze net gekregen hebben:
Het is nogal een klus die God ze toebedeelt!
Heilige rust
Later zullen ze vormgeven aan die opdracht, met vallen en opstaan. Maar eerst komt nog de zevende dag: een moment van heilige rust. We zijn gewend om die vanuit Gods perspectief te bekijken, als het moment om uit te rusten en vol voldoening terug te kijken op het werk dat achter je ligt. De focus ligt in de tekst inderdaad op God:
Maar hoe zit het eigenlijk met de eerste mensen? Die zijn op dat moment ook al aanwezig. Maar in tegenstelling tot God hebben zij op dat moment nog geen noemenswaardige daden op hun naam staan. Voor hen is het juist de stilte vóór de storm. In het Engels hebben ze er een treffende uitdrukking voor: the deep breath before the plunge. De diepe ademtocht voordat je in het diepe springt. Of misschien wel de levensadem, die God zelf in de mens blaast (Genesis 2:7
Stil worden. Ademhalen. Terugkijken en vooruitkijken. God zelf leeft ons dat voor, vanaf het allereerste begin. En ik vraag me af waarom ik zijn voorbeeld niet veel vaker volg.
Anne-Mareike Schol-Wetter
Hoofd Bijbelgebruik Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap