Ik wil straks even helemaal niets aan mijn hoofd hebben
Straks, in de vakantie, wil ik even helemaal niets hoeven doen. Daarom moet ik nu – tussen Pinksteren en de zomervakantie – nóg harder rennen. Zo’n eindsprint trekt, schat ik, de helft van alle mensen in ons land. Hoe houden we dat vol?
De tijd tussen Pinksteren en de zomervakantie is voor veel mensen druk. De school van je eventuele kinderen, de leiding van je bedrijf, je sport- en hobbyverenigingen en natuurlijk de kerk organiseren precies in deze junimaand nog afscheidsborrels en lunches en ontbijtjes en avonden en uitjes, terwijl het werk ook gewoon nog veel van je eist. Je probeert je laatste deadlines nog te halen voordat je de deur achter je dichttrekt. Want in de zomermaanden zitten je collega’s nooit allemaal tegelijk op hun plek en is samenwerken lastiger. Daarnaast zijn er altijd weer mensen die je willen verleiden om nu alvast naar het volgende seizoen te kijken. Want leuk hoor, die weekjes vrij, maar wat gaan we daarná eigenlijk produceren?
Kroon
Periodieke rust is iets goeds. Volgens de Bijbel is het zelfs een heilige plicht. In zes dagen tijd schept God de hemel en de aarde en alles en iedereen erop en eraan. Op de zevende dag schept God eigenlijk alleen maar een luchtje – en daarmee wordt de rust geschapen. De mens ziet zichzelf graag als kroon op de schepping, maar misschien is de zalige rust juist de echte kroon. Diep ademhalen, tevreden om je heen kijken en, hoewel je ook terugdenkt aan wat er was en al nieuwe ideeën krijgt voor wat er komt, vooral genieten van wat er nu is. Dat is wat vakantie moet zijn.
Dat God die rust nam op de zevende dag, zo hebben uitleggers van de Bijbel altijd gezegd, is een les voor ons mensen. Wij moeten zelf ook onze ‘zevende dag’ in acht nemen, en vaak genoeg helemaal niets doen. Daarom stelde Mozes in de Bijbel een wekelijkse verplichte rustdag in. Hij ging zelfs nog verder. Elk zevende jaar hoefde er niet gewerkt te worden. De ‘sabbatical’ geldt nu als luxeproduct voor mensen die het geluk hebben dat ze genoeg kunnen sparen om een jaar mooie reizen te maken. In de Bijbelse samenleving was het bedoeld als een collectief gebeuren: jong en oud, mens, flora en fauna, rijk en arm kreeg allemaal een jaar respijt.
Manna
In de woestijn mag het volk van Mozes een tijdlang oefenen met het 6+1 ritme, vertelt Exodus 16
Maar dan moet dat manna er wel zijn … En daar zit een addertje onder het gras van dit verhaal. Als je elke zevende dag lekker vrij wilde krijgen, moest je elke zesde dag net even wat harder lopen en werken, net even wat meer manna bij elkaar rapen. Zo hield je een dubbele portie over, waarvan je op de rustdag kon genieten. Zoals God op de zesde scheppingsdag misschien net wat harder werkte, net wat meer schiep, zo raapte het volk van Mozes elke zesde dag net even wat meer. Pas dan kon het vakantie worden.
Zesde dag
In die fase zitten we nu. In mijn hoofd is het al zomer, heb ik een korte broek en een T-shirt aan en zit ik met een koud drankje in mijn handen te denken aan … ja, aan helemaal niets. Maar zover zijn we nog niet. De tijd tussen Pinksteren en de zomervakantie is een beetje die ‘zesde dag’. Straks breekt de zevende dag aan en mag alles rustig worden, maar nu moeten we nog even hamsteren. Extra hard werken om alles zo goed voor elkaar te krijgen dat we morgen onze rust dubbel en dwars hebben verdiend. Sterkte nog even allemaal! Weet waar je het voor doet.
Alain Verheij
Schrijvend, sprekend en twitterend theoloog en lid van het Theologisch Elftal van Trouw