De productie van wijn
Wijn is één van de belangrijkste landbouwproducten van het Nabije Oosten en het Middellandse Zeegebied. Er zijn aanwijzingen dat er al wijn werd geproduceerd rond 3000 voor Christus.
Wijn wordt gemaakt van druiven, de vrucht van de wijnstok. Ook in Israël waren veel gebieden geschikt voor de wijnbouw. Zelfs in gebieden met weinig neerslag, zoals de Negev woestijn, werden druiven geteeld.
Druivenoogst
De eerste druiven waren al rijp in juni, maar het grootste deel van de oogst vond plaats van juli tot september. De druiventrossen werden stuk voor stuk van de tak gesneden met een mes of sikkel.
Wijnpers
De wijnpers stond meestal dicht bij de wijngaard. Het was een ondiepe bak, die meestal uitgehakt was in de rotsige ondergrond. Een kleine wijnpers werd door één familie gebruikt, maar er waren ook grote gemeenschappelijke wijnpersen. Die werden gebruikt door meerdere families of het hele dorp.
Persen van de druiven
Het persen van de druiven gebeurde door met blote voeten op de druiven te stampen. Daardoor brak de schil van de druiven en liep het sap eruit. Aan de rand van de wijnpers was een gootje gemaakt, waardoor het druivensap in een bak of kruik kon stromen.
Om uitglijden te voorkomen bij het druiven persen, was er boven de pers vaak een houten stellage gemaakt met touwen waar de persers zich aan konden vasthouden.
Rijping van de wijn
Na het persen werd het opgevangen druivensap bewaard in wijnzakken