De productie van olijfolie in de tijd van de Bijbel
Olijfolie is één van de belangrijkste landbouwproducten van het Nabije Oosten en het Middellandse Zeegebied. Er zijn aanwijzingen dat er al olijfolie werd geproduceerd rond 3000 voor Christus.
Olijfolie wordt gemaakt van de olijf, de vrucht van de olijfboom.
Olijvenoogst
De olijvenoogst vond plaats in de maanden oktober en november. De olijven werden geoogst door aan de boom te schudden of door met een stok tegen de takken te slaan. De olijven vielen dan op de grond en konden in manden verzameld worden.
In Deuteronomium 24:20 staat dat de olijven die daarna nog aan de bomen hangen, bestemd zijn voor de vreemdelingen, en de weduwen en wezen
Pletten van de olijven
De geoogste olijven werden eerst geplet. Dat kon met de hand, in een soort vijzel. Maar bij grotere hoeveelheden gebeurde dat in een speciale installatie. Die bestond uit een ondiepe stenen bak waar de olijven in gedaan werden. Daarna werd er een grote ronde steen over de olijven heen gerold, totdat ze tot een soort pulp waren geplet. De pulp werd in platte ronde manden gedaan.
Persen van de olie
De manden met pulp werden vervolgens op elkaar gestapeld en onder een olijfpers gezet. Met de pers werd de olie uit de pulp geperst.
De olijfpers bestond uit een lange hefboom, die met behulp van zware gewichten langzaam naar beneden werd getrokken. Bij een ander type olijfpers werd gebruikgemaakt van een grote schroef die steeds strakker werd aangedraaid.
De eerste olie die uit de pers kwam, was van de beste kwaliteit.