Wat is een graf?
Als mensen overleden waren, werden ze begraven. Er bestonden verschillende soorten graven. Graven in de grond of in een rots uitgehakte ruimten kwamen het meest voor.
In de grond
De meeste Joden begroeven hun doden in een individueel graf dat in de grond was uitgegraven. Dat is onder andere af te leiden uit het geringe aantal rotsgraven dat rond Jeruzalem is gevonden in verhouding tot het aantal inwoners van de stad.
Het dode lichaam werd in een doek gewikkeld en, soms in een houten kist, in het graf gelegd. Daarna maakte men het graf dicht met aarde en legde men er een laag stenen op. Vaak werd er ook een grote steen aan het hoofdeinde geplaatst om het graf te markeren.
Rotsgraf
Kunstmatig uitgehakte rotsgraven
Er zijn ook rotsgraven gevonden die uitgehakt zijn in kalksteen. Deze graven hebben een naar beneden lopende schacht die uitkwam in een grafkamer. De grafkamer werd afgesloten met een steen, de schacht werd opgevuld met stenen en zand.
Een graf werd door één familie in meerdere generaties gebruikt, vandaar de formulering ‘begraven bij zijn voorouders’.
Qumran
Bij de oude nederzetting Khirbet Qumran werden de mensen in de grond begraven. Er is bij Qumran een relatief groot grafveld bewaard gebleven dankzij de gunstige omstandigheden: er heerst een droog klimaat en er is niet over de graven heen gebouwd.
De graven in Qumran zijn helemaal bedekt met stenen, met aan het hoofdeinde en voeteneinde een grotere steen. Deze opvallende markering heeft wellicht te maken met een strikte interpretatie van reinheid door de bewoners van Qumran. Door de duidelijke markering was de kans kleiner dat iemand per ongeluk op een graf stapte en daardoor onrein werd.