Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wat is een rotsgraf?

In Israël werden mensen in rotsgraven begraven vanaf de eerste tempelperiode (ongeveer de achtste eeuw voor Christus tot 586 voor Christus) tot het einde van de tweede tempelperiode (eerste eeuw voor Christus en 70 na Christus).

Eerste tempelperiode

Langs drie wanden van de grafkamers waren banken uitgehakt in de rots. Hier werden de lichamen op gelegd. Een lichaam werd in een kleed (bijvoorbeeld van linnen) gewikkeld en daarna op de rug in het graf gelegd. Er konden dus meerdere lichamen tegelijk in een graf liggen.
Onder de bank waar het lichaam op lag, was een kuil gegraven. Hierin werden de beenderen van oudere lichamen geborgen om ruimte te maken voor nieuwe lichamen.
Veel graven die gevonden zijn in de buurt van Jeruzalem waren mooi versierd. In de schilderingen en versieringen zijn invloeden uit Egypte en Fenicië terug te vinden.
Bij het lichaam werden grafgiften meegegeven, bijvoorbeeld aardewerk, olielampen, juwelen, zegels, en soms munten of amuletten.

Tussenperiode

Tussen de zesde eeuw en de eerste eeuw voor Christus werden er weinig nieuwe rotsgraven in gebruik genomen. Rotsgraven hoorden bij de elite, en na de val van Jeruzalem was het grootste deel van de elite weggevoerd naar Babel (Babylonische ballingschap). Pas in de Hasmonese tijd (rond de eerste eeuw voor Christus) werden er weer uitgehakte rotsgraven bij Jeruzalem gebruikt.
In de tussenperiode werden mensen in de grond begraven, maar ook werden de rotsgraven wel hergebruikt.

Tweede tempelperiode

Vanaf de eerste eeuw voor Christus werden er weer rotsgraven gebruikt, mede onder invloed van het hellenisme waar dit een gewone manier van begraven was. Er zijn een aantal verschillen aan te wijzen met de rotsgraven uit de eerste tempelperiode:

  • De binnenkant van de graven werd steeds rijker versierd.
  • De entree werd grootser en ook meer versierd. Er zijn zelfs plaatsen gevonden met complete gebouwtjes boven op de graven.
  • De doden werden niet meer op banken langs de muren gelegd, maar in nissen die op vloerhoogte in de muur uitgehakt zijn.
  • Men gebruikte speciale kistjes (ossuaria) om beenderen in te bewaren, in plaats van een kuil in de grond.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.9
Volg ons