Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

04 - JEZUS VERVULT DE WET

Verdiep je in de bergrede

INLEIDING

Het doen van wat God wil (‘Gods gerechtigheid beoefenen’) is een centraal thema in de Bergrede. De wetten uit de Bijbel maken deze wil heel concreet. In 5:17-48 gaat Jezus in op deze wetten en hun betekenis in het licht van Gods koninkrijk. Het is niet alleen een theoretische discussie, want het uiteindelijke doel van Gods wet is gerechtigheid: dat je leeft met het oog op Gods nieuwe wereld. Dat Gods wil gedaan wordt in het hier en nu, zoals het nu ook al in de hemel gebeurt en zoals het op de nieuwe wereld ook zal gebeuren.

UITLEG MATTEÜS 5:17-20

Jezus en hermeneutiek

Het gedeelte van vandaag gaat over een Joodse aangelegenheid die voor veel Joden in de tijd van Jezus van groot belang was: Gods regels (de wet) en hun uitleg. De vorige bijbelstudies kon je intuïtief wellicht makkelijker meemaken: bij de zaligsprekingen en de krachtige beelden van licht en zout staat de Joodse context niet nadrukkelijk op de voorgrond. Maar in dit gedeelte wordt er meer inlevingsvermogen van ons gevraagd. Het gedeelte bevat namelijk veel Joodse ideeën en uitdrukkingen. En bij de verwijzingen naar bijvoorbeeld een jota en een tittel hebben wij niet direct een beeld. Maar de discussie zelf herkennen we wellicht wel: hoe leggen we de Bijbel uit? We hebben wel de tekst van de Bijbel, maar die tekst heeft uitleg nodig en actualisatie in nieuwe en onbekende situaties. Om een voorbeeld te noemen uit onze tijd: daten met robots of trouwen met je hologram, wat kun je daar vanuit de Bijbel over zeggen? Of denk aan de medische wetenschap die ons voor keuzes stelt die in de tijd van de Bijbel nog in de verste verte niet bij de mensen opkwamen: hoe kunnen we de Bijbel recht doen in dat gesprek? In 5:17-20 lees je een paar wegwijzers van Jezus als het gaat om hoe je de Bijbel gebruikt. Hij geeft geen stappenplan, maar wijst een richting.

Ondanks het feit dat Jezus’ onderwijs in sommige opzichten verschilt van zijn tijdgenoten, is het niet zijn doel om de wet af te schaffen. Dit herhaalt Hij drie keer in dit gedeelte: twee keer direct (5:17,18) en één keer indirect (5:19). Met ‘afschaffen’ bedoelt Hij dat de wet niet ongedaan gemaakt of aan de kant geschoven wordt. De wet die God aan het volk Israël gaf, is en blijft werkzaam ‘zolang de hemel en de aarde bestaan’. Het doel dat Jezus voor ogen heeft, is om de Wet en de Profeten te ‘vervullen’ (5:17).

Het woord ‘vervullen’ is een opmerkelijk woord. Het is niet een woord dat onder Joden gebruikt werd, want in de Joodse traditie doe je de wet: het gaat om praktiseren. Dat zien we Jezus zelf ook doen: Jezus is niet gekomen is om de Wet en de Profeten alleen maar goed uit te leggen, alsof het alleen een theoretische discussie is. Hoewel de uitleg zeker een belangrijk onderdeel is (zoals 5:21-48 laat zien), is het tegelijk meer dan theorie. In de rest van het evangelie volgens Matteüs zien we bijvoorbeeld hoe Jezus zijn eigen uitleg in praktijk brengt. Zijn woorden zijn dus ook steeds gericht op handelen. Tot zover niets nieuws.

Maar het woord ‘vervullen’ is een typisch christelijk woord. Het laat zien dat wat er zich allemaal afspeelt in Jezus’ leven niet zomaar gebeurt: er zit volgens Hem een hoger plan achter. Hij zegt namelijk dat Hij ‘gekomen’ is om dit te doen. Je zou daarom kunnen zeggen dat in Jezus – in zijn persoon, zijn daden, zijn onderwijs, maar ook in heel zijn missie – de achterliggende betekenis van de wet tot haar recht komt. De werkelijke betekenis ervan komt aan het licht. Het gaat – wat Jezus betreft – niet om uitleg van de wet, maar om het einddoel ervan, de ware betekenis. De ware betekenis van de wet is voor Jezus alleen te ontdekken in het licht van Gods koninkrijk.

De wet en Gods koninkrijk

Het doel van elke wet is altijd om gerechtigheid te brengen. De wet zorgt daarmee voor een bepaalde orde en stabiliteit in een maatschappij. Voor de Joden had de wet nog een extra dimensie. De wet vormt een afspiegeling van Gods gerechtigheid, van wat God wil. Als je de wet (Thora) volgt, dan doe je dus wat God wil. In de wijsheidsliteratuur van de Bijbel wordt hier vaak de beeldspraak van een weg voor gebruikt: je loopt op de weg van God als je de Thora volgt. Het is volgens de schrijvers van deze boeken een weg die je tot wasdom brengt, die je laat opbloeien en tot leven brengt. Vandaar dat Jezus in 5:17-20 ook zo benadrukt dat Hij niet is gekomen om de wet af te schaffen; zeker in vers 19 maakt Hij dit goed duidelijk. Maar het doel van de wet moet niet uit het oog verloren worden: gerechtigheid in het licht van Gods koninkrijk. Daarom sluit Hij in vers 20 dit gedeelte af met een oproep om die gerechtigheid vooral te blijven betrachten. En de leerlingen moeten dit ‘beter doen dan de wetsleraren en farizeeën’ (Bijbel in Gewone Taal).

Wat bedoelt Jezus met deze opdracht? Zoals we zullen zien, vormt ‘gerechtigheid in het licht van Gods koninkrijk’ de rode draad door de Bergrede. Gerechtigheid wordt dus ingekleurd vanuit Gods nieuwe wereld – dat is het bepalende kader voor Jezus. Het betekent doen wat God van je vraagt. Of anders gezegd: je leven inrichten als en afstemmen op Gods nieuwe wereld – op de wereld zoals God die voor ogen heeft en wil. In de wet krijgt Gods wil heel concreet vorm: als je je leven inricht volgens die wet, dan doe je wat God wil. Maar Jezus uit kritiek op de manier hoe de wetsleraren en farizeeën dat in zijn tijd doen. Jezus laat in 5:21-48 zien dat hun ‘gerechtigheid’ van een mindere kwaliteit is. Je zou kunnen zeggen dat de uitleg en het doen van de wet niet ver genoeg gaat bij de farizeeën. Het is te berekenend, te veel vasthouden aan alleen de tekst of traditie of voor de ogen van mensen indruk maken met hoe goed zij de wet voorleven. Daarom laat Jezus in het vervolg zien wat eigenlijk de uiterste consequentie is van de wet. En daarmee zegt Jezus indirect ook dat zijn interpretatie die van hen overtreft: het is een ‘grotere gerechtigheid’. Jezus’ weg is beter dan die van hen in de zin dat die dichter staat bij wat God bedoeld heeft met de wet. En Jezus roept zijn leerlingen op om op deze weg verder te gaan.

Een voorbeeld: Je moet goed zijn voor iedereen

Om te illustreren hoe Jezus te werk gaat, nemen we de laatste wet die Hij behandelt als voorbeeld (5:43-48). Jezus gaat hier in op de wet ‘Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten’. Deze wet vinden we niet letterlijk terug in het Oude Testament, maar het lijkt een combinatie te zijn van de wet uit Leviticus 19:18 en een uitleg ervan in de Joodse traditie. Deze uitleg zegt dat ‘de mensen om je heen’ vooral je goede vrienden zijn: gelijkgestemden, dus mensen uit je eigen ‘bubbel’. Het gaat er dus om dat je alleen van die mensen om je heen hoeft te houden. Maar Jezus spreekt uit dat Gods bedoeling met de wet een andere is: ‘En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen.’ Het gebod van Jezus om je vijanden lief te hebben en voor hen te bidden breekt de eerdergenoemde uitleg open: ‘de mensen om je heen’ betekent echt iedereen. Van hun vrienden tot hun vijanden, de leerlingen moeten alle mensen liefhebben.

Jezus verbindt dit gebod met een belofte en een doel: ‘Alleen dan zijn jullie echt kinderen van God.’ Het was in de Joodse traditie een wijdverspreide gedachte dat de mensen die bij God horen, leven zoals bij Gods karakter past. Daarom verwijst Jezus naar God als reden voor zijn uitleg van dit gebod (5:45). Jezus richt zich hier op de bron, op de motivatie van het liefhebben: God en zijn liefde. Dit gebod is geen goedbedoeld advies (‘liefde werkt’), maar een opdracht om belangeloos te houden van de mensen om je heen. Het kan namelijk best zijn dat je vijand je het leven lastig blijft maken zonder dat hij verandert (wat je misschien stiekem hoopt of verlangt). Door je motivatie te halen uit hoe God is, zorg je dat je toegang blijft houden tot een onuitputtelijke bron van liefde.

Zo vervult Jezus de wet in de breedste zin: niet alleen vertelt Hij de echte betekenis, maar Hij laat de echte betekenis ook zien in het licht van het koninkrijk. Jezus vertelt en laat zien hoe God wil dat mensen met elkaar omgaan en welke wereld Hij voor ogen heeft. Zijn woorden zijn steeds gericht op handelen.

VRAGEN

  1. 1.Jezus noemt in 5:17-20 een paar richtingwijzers voor de uitleg van de Bijbel. Hoe zou jij die in je eigen woorden omschrijven?
  2. 2.Het doel van Gods wet is ‘gerechtigheid’, oftewel: dat Gods wil hier op aarde gedaan wordt, net zoals dat in de hemel gebeurt. Hoe betrek jij de Bijbel bij nieuwe en onbekende situaties waar de Bijbel niet direct iets over zegt?
  3. 3.Hierboven werkten we een voorbeeld uit van hoe Jezus de echte betekenis van de wet laat zien. Kies nu een andere wet uit en onderzoek zelf hoe Jezus hier de echte betekenis laat zien. Schrijf je bevindingen hieronder op.

HET GEZAG VAN JEZUS

Als Jezus de wet uitlegt, zien we dat Hij telkens begint met de woorden: ‘En ik zeg jullie’ (5:22,28,32,34,39). Deze uitspraak maakt twee dingen duidelijk. Ten eerste maakt Hij met deze uitspraak een onderscheid tussen de tekst van de wet en de ware betekenis van de wet. De wet blijft staan, maar Jezus laat zien wat Gods werkelijke bedoeling ermee is. Ten tweede zijn deze woorden een echo van 5:18, aangezien hier dezelfde woorden gebruikt worden. Ze veronderstellen de hoogste autoriteit: Jezus is een wetuitlegger met gezag. Hij is een autoriteit die namens God spreekt. We zagen dit al subtiel in de Introductie (Jezus als de nieuwe Mozes), maar we lezen dit ook duidelijk op het einde van de Bergrede (7:28-29).

MEER LEZEN?

Op debijbel.nl vind je nog meer achtergrondinformatie bij onderwerpen uit deze bijbelstudie, bijvoorbeeld: wet, vervullen van de wet en gerechtigheid.

Bijbelstudie 4: Jezus vervult de wet

Om te beginnen

In theologisch Nederland worden ook vandaag de dag nog veel discussies gevoerd over de uitleg van de Bijbel. Bespreek met elkaar wat de hedendaagse ‘hete hangijzers’ zijn en maak hier een top vijf van.

Gespreksvragen

  • Wat is je het meest bijgebleven van deze bijbelstudie? Welk woord, beeld of gevoel staat je nog voor de geest?
  • Wat neem je mee? Waar ben je het niet mee eens?
  • Als het goed is, heeft iedereen zelf ook een wet en uitleg van Jezus bestudeerd. Deel met elkaar wat je hierin hebt geleerd. Wat valt je op aan hoe Jezus de wet uitlegt?
  • Je kunt de Bijbel vergelijken met een script van een toneelstuk of film. Het is alleen wel een incompleet script, als in: er lijkt een gedeelte te ontbreken. We lezen namelijk verhalen over het begin van de wereld, Israël, Jezus en de eerste christenen. Ook hebben we het einde van het script: we lezen over indrukwekkende beelden van een nieuwe harmonie tussen hemel en aarde. Maar tussen de eerste gemeente en de nieuwe hemel en aarde ontbreekt een stuk. Er staat bijvoorbeeld niet in het script of je dieren of mensen mag laten klonen. En de Bijbel beschrijft ook niet in hoeverre algoritmen je leven mogen sturen en bepalen. Wij moeten onze weg vinden in een wereld met nieuwe technologieën, nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en andere ethische of morele vraagstukken dan mensen vroeger kenden. Hoe helpt het beeld van de Bijbel als script je om te improviseren in het hier en nu?
  • Ga nog eens terug naar de lijst met ‘hete hangijzers’ van het begin. Wat voor licht werpt de bijbelstudie van vandaag op deze vraagstukken?

Opdracht voor thuis

We lazen dat Jezus’ woorden steeds gericht zijn op handelen. Kies een van de wetten die Jezus behandelt die het meest bij je losmaakt. Hoe kun je je de komende dagen deze woorden meer eigen maken? Wat heb je hiervoor nodig?

Gerelateerde Bijbelgedeelten

Haal het meeste uit debijbel.nl

Word BIJBEL+ gebruiker en ontvang een Bijbel naar keuze en direct toegang tot:

  • Meer dan 20 Bijbelvertalingen (waaronder bronteksten)
  • Extra achtergrondinformatie
  • Studieaantekeningen

Als BIJBEL+ gebruiker steun je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap om wereldwijd mensen te bereiken met de Bijbel.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.19.0
Volg ons