Dag 10
Bijbeltekst(en)
Numeri 14
Tijdens hun tocht door de woestijn hebben de Israëlieten het zwaar te verduren, maar steeds opnieuw is het God die voor hen zorgt. Wanneer ze dorst lijden, laat Hij water uit de rots komen. Wanneer ze honger hebben, stuurt Hij manna uit de hemel. Toch blijven de Israëlieten klagen, en vertrouwen ze niet op God. Als het volk vlak bij Kanaän is, het land dat God hun beloofd heeft, stuurt Mozes een aantal mannen vooruit om het land te verkennen. De verspieders komen terug met de boodschap dat het land weliswaar vruchtbaar is, maar onmogelijk om in te nemen. Opnieuw barst het volk in jammerklachten uit, en werpt het Mozes de gebruikelijke verwijten voor de voeten: ‘Waren we maar in Egypte gestorven, of hier in de woestijn.’ Voor God is de maat vol.
De Israëlieten krijgen hun zin: ze zullen inderdaad sterven in de woestijn. Pas over veertig jaar mag het volk Kanaän binnengaan. Veertig jaar lang moeten de Israëlieten wachten en door de woestijn zwerven. In die tijd moeten ze leren om te leven in afhankelijkheid van God.
Wat versta jij onder ‘leven in afhankelijkheid van God’, en (hoe) geef je hieraan een plek in je eigen leven?