Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Maandag 23 maart

Bijbeltekst(en)

Matteüs 14

De dood van Johannes

1In die tijd hoorde ook Herodes, de tetrarch, over Jezus vertellen, 2en hij zei tegen zijn hovelingen: ‘Dat moet Johannes de Doper zijn; hij is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’ 3Herodes had Johannes destijds laten arresteren en in de boeien laten slaan en hem in de gevangenis geworpen vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus. 4Johannes had namelijk tegen hem gezegd: ‘U mag haar niet tot vrouw nemen.’ 5En hoewel hij hem wilde doden, deed hij dat niet uit vrees voor het volk, dat hem voor een profeet hield.

6Toen Herodes een feest gaf ter gelegenheid van zijn verjaardag, danste de dochter van Herodias te midden van de aanwezigen, en dat viel bij Herodes in de smaak. 7Daarom beloofde hij haar te geven wat ze maar zou vragen, en hij bezegelde die belofte met een eed. 8Door haar moeder daartoe aangezet zei ze: ‘Breng me dan op een schaal het hoofd van Johannes de Doper.’ 9Dit bedroefde de koning, maar omdat hij in het bijzijn van zijn gasten een eed gezworen had, beval hij dat men het haar zou brengen, 10en hij gaf opdracht Johannes in de gevangenis te onthoofden. 11Het hoofd werd op een schaal binnengebracht en aan het meisje gegeven, en zij bracht het naar haar moeder. 12Zijn leerlingen kwamen het lijk halen, begroeven het en gingen daarna naar Jezus om het Hem te vertellen.

Overvloed aan brood, gebrek aan geloof

13Toen Jezus hiervan hoorde, week Hij per boot uit naar een afgelegen plaats waar Hij alleen kon zijn. Maar de mensen kwamen het te weten, en vanuit de steden volgden ze Hem over land. 14Toen Hij uit de boot stapte en de grote menigte zag, voelde Hij medelijden met hen en Hij genas hun zieken.

15Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar Hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen.’ 16Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’ 17Ze antwoordden Hem: ‘We hebben hier niets, alleen vijf broden en twee vissen.’ 18Hij zei: ‘Breng ze Mij.’ 19En nadat Hij de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam Hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit en brak de broden; Hij gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze door aan de mensen. 20Iedereen at en werd verzadigd, en toen ze de stukken brood die over waren ophaalden, hadden ze twaalf manden vol. 21Er hadden ongeveer vijfduizend mannen gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld.

Matteüs 14:1-21NBV21Open in de Bijbel

In het vorige tekstgedeelte ging het over de vraag aan wie je loyaal bent en waardoor je je laat leiden. Vandaag zien we een voorbeeld van hoe het mis kan gaan als je je laat leiden door verkeerde bronnen, met dodelijke afloop. Herodes Antipas, een zoon van de gehate Herodes de Grote, heeft Johannes de Doper in de gevangenis laten zetten. Volgens de Joodse geschiedschrijver Flavius Josefus was hij bang voor politieke onrust, maar de evangelisten geven nog een andere reden: Johannes heeft zich kritisch uitgesproken over het huwelijk van Herodes met de vrouw van zijn halfbroer. Uit angst voor het volk heeft Herodes Johannes niet laten doden. Maar nu laat hij dat uit angst voor de reactie van zijn gasten juist wel doen. Jezus is kapot van het bericht dat Johannes is gedood. Maar als de mensen naar hem toe blijven komen, blijft hij trouw aan zijn missie, en voorziet hij hen van geestelijk én echt voedsel.

Vraag: ‘Angst is een slechte raadgever’, luidt een gezegde. Hoe zorgt u ervoor dat u zich juist door goede raadgevers laat leiden?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons