Donderdag 4 april
Bijbeltekst(en)
Johannes 12
Ongeloof
Gisteren lazen we dat de mensen Jezus’ woorden niet begrijpen. Vandaag blijkt dat ook zijn wondertekenen hen niet kunnen overtuigen. Volgens Johannes lijken ze op het volk van Israël in de tijd van de profeet Jesaja. Johannes haalt twee teksten uit het boek Jesaja aan. De tweede tekst hoort bij de roeping van Jesaja (Jesaja 6:10). De profeet moet ervoor zorgen dat het volk Gods woorden niet begrijpt. Volgens Johannes gaan die woorden over de manier waarop de mensen op Jezus reageren. Maar het eerste citaat (Jesaja 53:1) zegt nog veel meer: het is de inleiding op de beschrijving van Gods dienaar. Tussen de regels door legt Johannes een verband tussen Jezus en die dienaar: ze zijn door God uitgekozen om redding te brengen, maar alleen voor wie dat ook kan of wil zien.
Jezus noemt zichzelf ‘het licht dat naar de wereld is gekomen’. Wat stelt u zich daarbij voor?
Gebed
Trouwe God, u hebt Jezus, uw dienaar, naar de mensen gestuurd. U wil de mensen redden door hem. Jezus noemt zichzelf ‘het licht dat naar de wereld is gekomen’. Help ook mij vandaag om te zien wie Jezus is, en help me om zelf ook een licht te zijn voor andere mensen. Amen.