vrijdag 18 - Lucas 22:66-23:56

Bijbeltekst(en)

Lucas 22

Het verhoor

66Toen het dag werd, kwam de raad van oudsten van het volk bijeen, hogepriesters zowel als schriftgeleerden, en ze leidden Hem voor in hun raadszitting. 67Ze zeiden: ‘Als U de messias bent, zeg het ons dan.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Als Ik het u zeg, gelooft u Mij toch niet. 68En als Ik een vraag stel, antwoordt u niet. 69Maar vanaf nu zal de Mensenzoon gezeten zijn aan de rechterhand van God, de Machtige.’ 70Toen zeiden allen: ‘U bent dus de Zoon van God?’ Hij antwoordde: ‘U zegt dat Ik het ben.’ 71Ze zeiden: ‘Waarvoor hebben we nog getuigenverklaringen nodig? We hebben het immers zelf uit zijn eigen mond gehoord!’

Lucas 23

1Ze stonden allen op en leidden Hem voor aan Pilatus.

2Daar brachten ze de volgende beschuldigingen tegen Hem in: ‘We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen, en dat Hij van zichzelf zegt dat Hij de messias is, de koning.’ 3Pilatus vroeg Hem: ‘Bent U de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het.’ 4Daarop zei Pilatus tegen de hogepriesters en de samengeschoolde menigte: ‘Ik vind niets waaraan deze man schuldig is.’ 5Maar ze bleven hardnekkig beweren: ‘In heel Judea ruit Hij met zijn onderricht het volk op, van Galilea tot hier!’

Lucas 22:66-23:5NBV21Open in de Bijbel

Juist op het moment dat Jezus sterft, begrijpt de Romeinse officier dat Jezus een rechtvaardige is. Daarmee bedoelt hij: dat Jezus bij God hoort.

Wat leert Jezus’ dood jou over Hem?

Luister naar deze aflevering

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.29.1
Volg ons