dinsdag 11 - Lucas 6:1-19

Bijbeltekst(en)

Lucas 6

Jezus en de sabbat

1Toen Jezus op sabbat eens door de korenvelden liep, begonnen zijn leerlingen aren te plukken. Ze wreven die stuk tussen hun handen en aten ervan. 2Enkele farizeeën zeiden tegen hen: ‘Waarom doet u iets dat op sabbat niet mag?’ 3Jezus antwoordde: ‘Hebt u dan niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger hadden, 4hoe hij het huis van God binnenging, de toonbroden nam, ervan at en ze uitdeelde aan zijn mannen, ook al mogen alleen de priesters van die broden eten?’ 5En Hij voegde eraan toe: ‘De Mensenzoon is heer over de sabbat.’

6Op een andere sabbat ging Hij naar de synagoge, waar Hij onderricht gaf. Daar was ook iemand met een misvormde rechterhand. 7De schriftgeleerden en de farizeeën letten op Hem om te zien of Hij op sabbat iemand zou genezen, want dan zouden ze Hem op grond daarvan kunnen aanklagen. 8Maar Hij wist wat ze van plan waren en zei tegen de man met de misvormde hand: ‘Sta op en kom eens naar voren.’ Dat deed de man. 9Jezus zei tegen de farizeeën en schriftgeleerden: ‘Ik vraag u of men op sabbat goed mag doen of kwaad, of men een leven mag redden of verloren laten gaan.’ 10Nadat Hij hen een voor een had aangekeken, zei Hij tegen de man: ‘Steek uw hand uit.’ Dat deed hij en zijn hand genas. 11De schriftgeleerden en de farizeeën raakten buiten zinnen en begonnen onderling te overleggen wat ze met Jezus zouden doen.

Aanstelling van de twaalf apostelen

12Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om tot God te bidden, en Hij bracht de hele nacht door in gebed. 13Toen de dag aanbrak, riep Hij zijn leerlingen bij zich en koos twaalf van hen uit, die Hij apostelen noemde: 14Simon, aan wie Hij de naam Petrus gaf, diens broer Andreas, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartolomeüs, 15Matteüs en Tomas, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon, bijgenaamd de Zeloot, 16Judas, de zoon van Jakobus, en Judas Iskariot, die een verrader werd.

Onderricht aan de leerlingen

17Toen Hij met hen de berg was afgedaald, bleef Hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon. 18Ze waren gekomen om naar Hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen; ook degenen die gekweld werden door onreine geesten werden genezen. 19De hele menigte probeerde Hem aan te raken omdat er kracht van Hem uitging en Hij iedereen genas.

Lucas 6:1-19NBV21Open in de Bijbel

Jezus geneest iemand op de sabbat: een dag die bedoeld is voor God.

Wat hoort voor jou bij een dag die bedoeld is voor God?

Luister naar deze aflevering

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.29.1
Volg ons