Dienstbaar
Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan.’ - Genesis 18:2-3
Bijbeltekst(en)
Genesis 18
Sodom en Gomorra
Abraham zit op het heetst van de dag in de schaduw bij zijn tent wanneer hij drie mensen ziet. Hij neemt het initiatief en gaat de vreemdelingen tegemoet; hij begroet hen en smeekt hun om zijn gastvrijheid te aanvaarden. Hij noemt zichzelf hun dienaar, en hij is er snel bij als het erom gaat ze van eten en drinken te voorzien.
Abraham ziet de vreemdelingen en handelt. Gastvrijheid begint met zien en groeten. Het is onmogelijk om gastvrij te zijn zonder je bewust te zijn van wie er voor je staat. Alle mensen hebben een aangeboren waardigheid, zonder uitzondering. Dat geldt ook voor migranten, vluchtelingen en ontheemden. Als we hen zien en groeten, erkennen we hen als medemensen, erkennen we hun waardigheid.
Gastvrijheid houdt in dat we ruimte maken voor anderen en het beste wat we hebben beschikbaar stellen om voor anderen te zorgen. Het gaat niet alleen om voedsel, geld of hulp, maar ook om onze bereidheid om te dienen.
Abraham dacht dat hij drie reizigers ontving, maar hij bevond zich in de aanwezigheid van God zelf. Hij bood hun voedsel en misschien onderdak, maar zij gaven hem zoveel meer: de bevestiging dat hij een zoon zou krijgen.
Wanneer of van wie heb jij meer ontvangen dan dat je gegeven had?