Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Zoete woorden | 2/14

Bijbeltekst(en)

Hooglied 1

Hij

8Als je mij niet vinden kunt,

mooiste van alle vrouwen,

volg dan het spoor van de kudde,

weid je geiten waar de herders schuilen.

9Vriendin van mij,

met een merrie voor farao’s wagen

vergelijk ik jou!

10Hoe lieflijk zijn je wangen en je ringen,

hoe sierlijk zijn je hals en je ketting.

11Laten we een gouden sieraad voor je maken,

bezaaid met zilveren stipjes.

Zij

12Nu mijn koning op zijn rustbed ligt,

geurt mijn nardus zoet.

13Mijn lief is mij een bundel mirre,

hij slaapt tussen mijn borsten.

14Mijn lief is mij een hennatros

in de wijngaarden van Engedi.

Hij

15Je bent zo mooi, vriendin van mij,

je bent zo mooi!

Je ogen zijn duiven.

Zij

16Wat ben je mooi, mijn lief,

wat ben je bekoorlijk.

Het groen is ons bed,

17de balken van ons huis zijn ceders,

de binten zijn cipressen.

Hooglied 1:8-17NBV21Open in de Bijbel

De liefde die hier bezongen wordt, uit zich ook in lichamelijk verlangen. Het uiterlijk van man en vrouw wordt met allerlei bewoordingen vol lof beschreven. Meerdere uitingen van liefde komen aan bod: het geven van complimentjes, het geven van cadeaus, lichamelijke aanraking, het samenzijn. De man vergelijkt de ogen van de vrouw met duiven. De duif is in het oude Israël een geliefd dier, dat stond voor zachtmoedigheid. De duif werd gehouden als huisdier in een til, en het was ook een veelgebruikt offerdier. Ook nu nog is de tortelduif een symbool van liefde.   

Door welke vormen van liefde voel jij je geliefd?  

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons