De offermaaltijd
Bijbeltekst(en)
1 Samuel 9
In het Bijbelboek Leviticus staan allerlei regels rondom het offeren. Sommige offers zijn bedoeld als dankoffer, anderen als verzoening of boetedoening. In veel gevallen was het offer een relationeel gebeuren, zoals te zien is in het verhaal in 1 Samuel 9. In dit verhaal gaat het om het zewach sjelamim; het vrede- of dankoffer. Zewach betekent: slachten, doden of offeren. Sjelamim komt van sjalom, een woord met een brede betekenis: vrede, gezond zijn, tot bloei kunnen komen, heel zijn, af zijn, ongedeerd zijn. Het zewach sjelamim is een offer uit dank voor de sjalom, de heelheid die God geeft. Door het offer komt de mens met God in sjalom, in harmonie. De maaltijd afkomstig van dit offer wordt beschouwd als een gezamenlijke maaltijd met God zelf. Een deel van dit offer wordt verbrand, een deel is voor de priesters en een deel wordt tijdens een gezamenlijke maaltijd gegeten. Deze offermaaltijd is heel speciaal, want het gaat om gemeenschap, het samen delen en in de aanwezigheid van de Eeuwige zijn. Gemeenschap met elkaar en gemeenschap met de Allerhoogste. Een vreugdemaal dus, om de verbondenheid, de harmonie tussen God en mens te vieren.
Samen eten om onze verbondenheid met andere mensen te vieren, dat doen we wel vaker. Maar hoe zou een maaltijd (anders dan avondmaal of eucharistie) eruitzien waarbij de verbondenheid met God gevierd wordt?