Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
25 november 2024Peter Siebe

Psalmen als bron van psychologie

Waarom zijn de psalmen zo geliefd? Waarom bidden, zingen of beluisteren joden en christenen ze al meer dan 2000 jaar? Eén van de oorzaken daarvoor is dat alle menselijke emoties erin te vinden zijn. Een andere: dat ze je een spiegel voorhouden: hoe voel je je, hoe gedraag je je, waar vertrouw je op? De psalmen stonden zelfs aan de wieg van de moderne psychologie. En dát weet niet iedereen.

Neem bijvoorbeeld Psalm 42, die eigenlijk één is met Psalm 43. In deze psalmen herken je zomaar tien emoties: verlangen, gemis, verdriet, melancholie, somberheid, angst en getergd-zijn, maar ook verstilling, verwachting en hoop. Of Psalm 51, een lied van berouw en schudbesef en met een sterk verlangen naar vergeving, vernieuwing en verzoening. Van woede en wraakzucht tot liefde en geborgenheid, het hele spectrum aan emoties is er te vinden. Geen wonder dat de psalmen ook onder de eerste christenen bekend en geliefd werden. In het Nieuwe Testament staan wel honderd citaten uit de Psalmen.

De eerste psycholoog: Evagrius

Als we terugkijken naar de vroege kerk, zien we dat de Psalmen aan de wieg stonden van de moderne psychologie. De eerste stap zetten de monniken. Die trokken zich in de derde en vierde eeuw terug om God te zoeken; de zogenaamde woestijnvaders. In de eenzaamheid kwamen ze niet alleen God maar ook zichzelf tegen. Ze ervoeren angst, somberheid en stress, ook al noemden ze het ‘aanvechtingen’ en ‘demonen’.

Woestijnvader Evagrius van Pontus (345-399) wordt wel de eerste psycholoog genoemd vanwege zijn kennis van de menselijke ziel. Hij wist dat een mens moet strijden tegen negatieve gedachten. Hij raadt daarvoor twee manieren aan.

  • De eerste is: die gedachten laten komen en gaan en je aandacht op iets positiefs richten, bijvoorbeeld op Christus, bijvoorbeeld met psalmwoorden als Kyrie eleison (Psalm 51:1).
  • De tweede is: spreek die negatieve gedachten tegen, zoals Jezus de duivel tegensprak (Matteüs 4).

Evagrius en de andere woestijnvaders baden aan de hand van de psalmen. Die psalmen werden vooral symbolisch opgevat. Als een psalm bijvoorbeeld spreekt over ‘vijanden’, legden de woestijnvaders dat uit als: dat zijn de demonen die jouw ziel belagen met boze, negatieve gedachten. De tweede stap van de psalmen naar de psychologie namen de kerkvaders, de eerste theologen. Aan de inzichten van de woestijnvaders voegden zij inzichten toe over de drie belangrijkste krachten in de menselijke ziel: het denkvermogen, het vermogen tot woede, en het vermogen tot verlangen/begeerte. Zo ontstonden al in de vroege Middeleeuwen inzichten in de menselijke psyche en over hoe om te gaan met de krachten die in je ziel werken en je ziel belagen.

Van de woestijnvaders naar Jung

We maken nu een sprong in de tijd. Zo’n 1500 jaar later verwees Carl Gustav Jung (1875-1961), de Zwitserse grondlegger van de analytische psychologie, naar deze oude christelijke inzichten. Hij kende ze, want zijn vader was predikant. Hij vergeleek de ‘aanvallen op de ziel’ met psychologische complexen. In een lezing voor predikanten in 1932 zei hij dat ze hun zorg voor de ziel aan psychotherapeuten hadden overgelaten, terwijl hun eigen traditie op dat gebied zoveel waardevolle inzichten kent.

Zelfkennis

Wie de psalmen op zich laat inwerken, leert zichzelf kennen. Dat kwam ook naar voren tijdens het symposium van het NBG over De Psalmen van de Vroege Kerk, de nieuwe vertaling van de Griekse psalmen die het NBG uitgeeft samen met de oosters- en oriëntaals-orthodoxe kerken. Daar werd gezegd dat de psalmen onze kwetsbare en feilbare kanten laten zien. Zo ontdekken we dat we onvolmaakt zijn, en daar worden we aangenamere mensen van.

Psychologen, therapeuten en coaches, maar ook predikanten en priesters in onze tijd raden mensen aan om te doen wat Jung ‘schaduwwerk’ noemde. Dat is: zelfonderzoek doen, naar binnen kijken, nagaan welke verborgen zwakheden en tekortkomingen en reflexmatige reacties er bij jou aanwezig zijn, en proberen daar beter mee om te gaan. Voor de psalmisten was dat niets nieuws. Ze wisten hoe heilzaam het was om God en andere mensen op te zoeken, je hart uit te storten en schoon schip te maken. Zo vind je de weg naar een nieuw vertrouwen.

Daarom: hoe oud ze ook zijn, laten we de psalmen koesteren!

Peter Siebe werkt bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Voor dit artikel maakte hij gebruik van de inleiding van De Psalmen van de Vroege Kerk. Dit artikel verscheen ook op historiek.net.

Foto hieronder: Het boek De Psalmen van de Vroege Kerk werd op 8 november aangeboden aan het vertaalteam en aan vertegenwoordigers van de orthodoxe kerken. © NBG/Willem Jan de Bruin.

Het boek De Psalmen van de Vroege Kerk werd op 8 november aangeboden aan het vertaalteam en aan vertegenwoordigers van de orthodoxe kerken

Boek De Psalmen van de Vroege Kerk

Dit boek biedt een vertaling van de Psalmen vanuit de Septuaginta naar hedendaags Nederlands. Voor de Vroege Kerk vormde met name de Septuaginta de heilige Schrift. Na de dood en opstanding van Christus lazen de eerste christenen de Schrift, waaronder ook de Psalmen, met andere ogen en ontdekten zij voorzeggingen over Hem, zoals Jezus zelf de Emmaüsgangers had geleerd.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons