In doeken gewikkeld
Bij de woorden ‘in doeken gewikkeld’ denkt iedereen natuurlijk aan het geboorteverhaal van Jezus. En dat klopt. In de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) staat: ‘Ze [Maria] wikkelde hem in een doek’. Maar op andere plaatsen in de NBV is sprake van ‘doeken’ of ‘windsels’. Wat heeft de NBV21 hiermee gedaan?
In oktober verschijnt de NBV21, de vernieuwde en verbeterde versie van de NBV. Eén van de aandachtspunten van de NBV21 is consistentie. Dat betekent: dezelfde dingen op dezelfde manier behandelen. In een nauwkeurige Bijbelvertaling is alles op elkaar afgestemd. Zo helpt de vertaling de lezers om zulke teksten met elkaar te verbinden.
De NBV is een nauwkeurige vertaling, maar sommige dingen waren nog niet optimaal op elkaar afgestemd. De NBV21 heeft op dit punt veel verbeteringen aangebracht. Ongeveer een derde van alle wijzigingen heeft hiermee te maken.
Inbakeren
Terug naar Lucas 2:7. Het werkwoord ‘inbakeren’ (sparganoun) is in de NBV vertaald met ‘in een doek wikkelen’. Dezelfde vorm van babyverzorging komt voor in Wijsheid, een deuterocanoniek boek uit de tijd van Jezus. In Wijsheid 7:4 zegt Salomo van zichzelf als baby: ‘Ik heb in windsels gelegen’. En in Ezechiël 16:4 zegt de profeet over Jeruzalem: ‘Op de dag dat je geboren werd, was er niemand om je (…) in doeken te wikkelen.’
De NBV kiest dus voor drie verschillende vertalingen: ‘in een doek wikkelen’, ‘in windsels liggen’ en ‘in doeken wikkelen’. Bij het maken van de NBV21 stonden we voor de vraag: zijn deze verschillen nodig?
De conclusie was: het is beter om voor het inbakeren van baby’s overal dezelfde woorden te gebruiken. ‘Windsels’ viel af als ouderwets. Bij de keuze tussen ‘doek’ of ‘doeken’ was doorslaggevend dat in Wijsheid en in de Griekse vertaling van Ezechiël het meervoud ‘doeken’ staat. In Lucas staat alleen het werkwoord ‘inbakeren/doekwikkelen’ en moet je dus zelf bepalen of je ‘doek’ of ‘doeken’ gebruikt. Het laatste is beter. Men bakerde een kind destijds in met verschillende repen stof.
Wat heeft de NBV21?
In de NBV21 zijn de verschillen opgelost door overal een formulering met ‘in doeken wikkelen’ te kiezen.
Ezechiël 16:4
Op de dag dat je geboren werd, was er niemand om je navelstreng door te snijden of om je schoon te wassen, niemand om je met zout in te wrijven of in doeken te wikkelen.
Wijsheid 7:4
Ik werd in doeken gewikkeld, ik moest verzorgd worden.
Lucas 2:7
(…) Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak (…).
Een gewone baby
De NBV21 heeft deze teksten nauwkeurig op elkaar afgestemd. Dat is winst. Maar er is wellicht meer aan de hand. Sommige uitleggers zien een verband tussen de doeken waarin Jezus wordt gewikkeld en de doeken waarin die andere zoon van David, Salomo, volgens Wijsheid 7 wordt gewikkeld. Salomo zegt daar dat ook hij, de wijze koning, net als alle mensen een hulpeloze baby is geweest. Bij Lucas gaat het om het contrast tussen de bijzondere titels van Jezus (messias, Heer, redder) en een hulpeloze baby, die ook nog eens in een schamele voederbak ligt.
In de NBV21 valt de overeenkomst tussen deze teksten beter op, omdat ze consistent (steeds op dezelfde manier) zijn vertaald.
Cor Hoogerwerf
Specialist vertalen & exegese Nieuwe Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Het voorbeeld in deze blog is ontleend aan het nieuwe boek van Matthijs de Jong en Cor Hoogerwerf, NBV21: De vertaalmethode toegelicht, dat binnenkort verschijnt. Bekijk het boek hier.