De ziekte en genezing bij Jezus Sirach

Artsen werden in de tijd van de Bijbel door veel mensen gewantrouwd. Van de Joodse geleerde Jezus Sirach horen we een ander geluid. Ziekte is voor hem een gevolg van de zonde van een mens tegen zijn schepper, maar de zieke moet zich voor genezing toch tot een arts wenden.

Sirach heeft een verhandeling geschreven over het raadplegen van artsen (zie Sirach 38). Hij adviseert zijn leerlingen respect te tonen voor geneesheren, omdat hun vermogen tot genezen een geschenk is van God. Hij stelt dat God ervoor zorgt dat de natuur geneesmiddelen voortbrengt in de vorm van geneeskrachtige kruiden. En God heeft mensen de kennis geschonken om met deze middelen ziekten te genezen. De apotheker maakt van kruiden medicijnen, en de geneesheer dient ze toe, en neemt zo de pijn weg. Zowel de patiënt als de geneesheer moeten tot God bidden om genezing, maar het is door de werkzaamheid van de natuurproducten dat de genezing zal plaatsvinden.