Invalshoek 1 bij Johannes 13:1-17: Jezus als slaaf
Door je te verdiepen in hoe Johannes Jezus tekent als slaaf, kun je in een preek ingaan op vragen als:
- Hoe zien wij Jezus en hoe ver Hij gaat in wat Hij voor mensen doet?
- Wat betekent het voorbeeld dat Hij stelt voor ons vandaag de dag?
De betekenis van de voetwassing
Ongehoorde omkering
Johannes vertelt in vers 4 dat Jezus de voeten van zijn leerlingen wast. Dit wassen van de voeten was voor de oorspronkelijke lezers van het evangelie helemaal niet vreemd. Men droeg vaak open sandalen als schoeisel. De wegen in Palestina waren meestal niet verhard en erg stoffig vanwege de droogte. Wie gasten ontving, bood hun water aan, zodat ze hun voeten konden wassen, als een teken van gastvrijheid. Wie slaven had, kon het aan hen overlaten om de voeten van de gasten te wassen. De gastheer zelf waste niet de voeten van de gasten, dat zou vernederend zijn.
In de tekst van vers 4-5 staat dat Jezus zijn bovenkleed uitdoet, een linnen doek ombindt (om de voeten te drogen), water in een kom doet, en voeten gaat wassen. De oorspronkelijke lezer dacht bij deze woorden ogenblikkelijk aan het werk van een slaaf: Jezus gedraagt zich hier als een slaaf (zie vers 16, waarin dit expliciet gezegd wordt). De Bijbel in Gewone Taal heeft deze impliciet aanwezige informatie expliciet gemaakt in de vertaling (‘alsof hij een slaaf was’). Om de kracht van het verhaal te begrijpen, is het belangrijk te bedenken dat het voor mensen uit de Bijbelse tijd ongehoord was wat hier gebeurt: een heer/leermeester die zich gedraagt als een slaaf.
Onbegrip
Petrus is overrompeld door deze omkering van rollen (vgl. Mat. 10:24; Luc. 6:40) en protesteert tegen Jezus’ actie: hij wil niet dat Jezus, zijn Heer, hem de voeten wast. Jezus moet zich volgens hem niet als een slaaf gedragen. Jezus antwoordt hem nogal geheimzinnig: later zul je het begrijpen. Dit soort uitspraken zijn kenmerkend voor het Evangelie volgens Johannes (zie Joh. 2:22; 7:39; 12:16). Johannes duidt ermee aan dat de leerlingen pas na Jezus’ dood en opstanding zullen begrijpen, dankzij de heilige Geest (vgl. Joh. 14:26), wie Jezus werkelijk is.
Verwijzing naar Jezus’ kruisdood
De betekenis van het gegeven dat Jezus Petrus’ voeten wil wassen, wordt duidelijk uit de kaders
Placeholder
In deze passage uit Johannes klinkt mee wat Paulus schrijft in Filip. 2:6-8:
Het hele lijdensverhaal klinkt mee in het verhaal van de voetwassing, maar als Jezus klaar is vertelt Hij bij dat wat Hij gedaan heeft een voorbeeld is voor de leerlingen. In de andere evangeliën wordt deze elkaar dienende houding eveneens benadrukt (Mat. 20:25-28; Marc. 9:35; Luc. 22:25-27). Te denken is ook aan hoe Jezus zijn leerlingen in het Evangelie volgens Lucas het voorbeeld van de barmhartige Samaritaan voor ogen stelt (Luc. 10:25-37). Paulus schrijft iets vergelijkbaars aan de christenen in Fillipi: ‘Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had’ (Filip. 2:5). Paulus heeft daarvoor die gezindheid beschreven als:
En, zo besluit deze passage (Joh. 13:17), wie dit niet alleen begrijpt maar er ook naar handelt zal ‘het echte geluk’ leren kennen – in het Grieks wordt voor ‘gelukkig zijn’ hetzelfde woord gebruikt als in de zaligsprekingen van de Bergrede (zie aantekening bij vers 17
Artikelen
Ga op deze pagina naar:
een ongehoorde omkering Petrus’ onbegrip verwijzing naar Jezus’ kruisdood verband met Filippenzen: navolging achtergrondartikelen /li>