Inleiding Ruth
Wat is het verhaal achter de tekst?
Ruth is een van de twee boeken in het Oude Testament die naar een vrouw genoemd zijn. Het andere boek is Ester.
Het boek Ruth gaat over Ruth, een vrouw uit Moab, die met haar schoonmoeder Noömi een nieuw leven begint in Israël. Het boek bestaat uit vier hoofdstukken. In Ruth 1 wordt verteld hoe Noömi en Ruth elkaar leren kennen. In Ruth 2 ontmoet Ruth Boaz, een rijke boer uit Betlehem. Hij is een ver familielid van Noömi. In Ruth 3 zoekt Ruth contact met Boaz, en in Ruth 4 lezen we dat Ruth en Boaz trouwen en samen een zoon krijgen.
Ruth leefde drie generaties voor koning David, ongeveer duizend jaar voor de geboorte van Jezus. De Hebreeuwse tekst van het boek zoals wij dat nu kennen, is wat jonger. Waarschijnlijk is het verhaal rond de vijfde eeuw voor Christus opgeschreven. Het boek Ruth hoort bij de ‘Geschriften’ van het Oude Testament. In de Hebreeuwse Bijbel staat het dan ook niet tussen de geschiedenisboeken, zoals in onze Bijbel. Het is een feestrol die bij het Joodse Pinksterfeest gelezen wordt. Het boek staat in de Hebreeuwse Bijbel veel verder naar achteren, tussen de andere feestrollen: Hooglied, Klaagliederen, Prediker en Ester.
Het gaat in dit boek over een huwelijk tussen een man uit Israël en een vrouw uit Moab. Dat is opvallend, want in de boeken Ezra en Nehemia worden zulke huwelijken verboden.
Wat zijn de thema’s in dit boek?
Vreemdelingen
Een belangrijk thema in het boek Ruth is: vreemdelingen. Eerst zijn Noömi en haar familie vreemdelingen in het land Moab, en daarna is Ruth een vreemdeling in Israël. Het verhaal over Ruth is heel bijzonder, want meestal wordt Moab negatief genoemd in de Bijbel. De Moabieten en de Israëlieten zijn namelijk elkaars vijanden. Dat lees je bijvoorbeeld in Numeri 25. Zie hiervoor ook het topic over Moab bij Numeri 25.
Maar in het boek Ruth is er vrede tussen de Israëliet Boaz en de Moabitische Ruth. Ruth en Boaz trouwen zelfs met elkaar. Dat moet voor de eerste lezers van het boek Ruth een grote verrassing geweest zijn, omdat zo’n huwelijk verboden was.
Vrouwen in de hoofdrol
De hoofdpersonen in het boek Ruth zijn twee vrouwen: Noömi en Ruth. Dat is best bijzonder in de tijd van de Bijbel. Een paar keer wordt Ruth geprezen om de manier waarop zij omgaat met haar familie. Ze is heel trouw aan Noömi. Daarom wordt ze ‘een geweldige vrouw’ genoemd.
Noömi en Ruth zijn slim en verstandig. Ruth wordt beloond met een zoon, Noömi met een kleinzoon.
Koning David
Die (klein)zoon Obed is belangrijk; hij wordt de vader van Isaï, en die wordt weer de vader van David, de koning van Israël. Dat betekent dat koning David (die misschien wel de belangrijkste koning van Israël is) deels Moabitisch is.
In het Nieuwe Testament wordt Ruth ook genoemd. Ze is namelijk niet alleen een voormoeder van David, maar ook van Jezus (Matte 1:5). Ook in het Nieuwe Testament is het thema ‘Israël en vreemdelingen’ dus erg belangrijk.
In de geschiedenis van Israël zijn de Moabieten soms een bedreiging, maar het boek Ruth laat zien dat er in Israël ook ruimte is voor een vrouw uit Moab.
Hoe kun je dit boek lezen?
Nieuwe kansen
Het boek Ruth gaat over een nieuwe start in een hopeloze situatie. Ruth laat alles achter in Moab. Ze begint een heel nieuw leven in Israël. Dat geldt ook voor Noömi. Na de dood van haar man en zonen krijgt zij een nieuwe kans in Israël. Bij het lezen van het boek Ruth kun je zien hoe die kansen voor Ruth en Noömi ontstaan, en hoe belangrijk God daarbij is. Ook lees je welke rol andere mensen daarbij spelen.
Omgaan met vreemdelingen
In de tijd van de Bijbel was er een regel dat een man met de vrouw van zijn overleden broer moest trouwen als zij geen kinderen had (de ‘zwagerplicht’). Die regel gold normaal alleen voor mannen en vrouwen uit Israël. Wat Boaz doet, is dus meer dan zijn plicht. Hij let niet op waar Ruth vandaan komt, hij heeft daar geen oordeel over. Ook Ruth doet iets bijzonders: ze laat haar eigen land achter, en gaat met Noömi mee naar een land waarover zij waarschijnlijk alleen slechte dingen gehoord had.
Als je het boek Ruth leest, kun je dus nadenken over de vraag: Durf ik met vreemdelingen om te gaan? En zo ja, hoe dan?