Inleiding Daniël
Wat is het verhaal achter de tekst?
Wie heeft het boek geschreven, en wanneer?
In het boek Daniël zijn allerlei verschillende teksten te vinden. Het boek begint met verhalen over Daniël. Dan volgen persoonlijke verslagen van Daniël. Daaraan zie je al dat verschillende schrijvers aan het boek hebben gewerkt.
Er is nog iets speciaals aan het Bijbelboek: de teksten zijn niet allemaal in dezelfde taal geschreven. Veel van de verhalen over Daniël en zijn vrienden en de droom in hoofdstuk 7 zijn in het Aramees geschreven (Daniël 2:4-7:28). De rest van Daniël is in het Hebreeuws geschreven. De Aramese teksten zijn waarschijnlijk het oudst. Ze zijn geschreven tussen de vijfde en de derde eeuw voor Christus. De Hebreeuwse teksten zijn jonger. Rond 165 voor Christus was het boek af. Het is dus een van de jongste boeken van het Oude Testament.
Andere volken zijn de baas over het Joodse volk
Het boek Daniël is ontstaan in een tijd waarin andere volken de baas waren over het Joodse volk: eerst de Babyloniërs, toen de Perzen, en daarna de Grieken. Vooral onder koning Antiochus IV werden de Joden in Judea en Jeruzalem onderdrukt. Antiochus regeerde van 175 tot 164 voor Christus. Hij liet zich ‘Epifanes’ noemen. Dat betekent: God die op aarde zichtbaar is.
Joden die trouw wilden blijven aan hun eigen godsdienst en cultuur, verzetten zich tegen Antiochus IV. Hun verzet lijkt op dat van Daniël en zijn vrienden in Daniël 2, 7, 8 en 9.
De verhalen in Daniël
In het eerste deel van Daniël staan verhalen over Daniël en zijn vrienden Chananja, Misaël en Azarja (Daniël 1-6). Die vrienden krijgen later de namen Sadrach, Mesach en Abednego. Zij zijn Judeeërs uit Jeruzalem. Rond 605 voor Christus zijn ze door Nebukadnessar uit Jeruzalem weggevoerd en naar Babylonië gebracht.
In Daniël 1 staat hoe Daniël en zijn vrienden opgeleid worden om raadgevers te worden van koning Nebukadnessar. Soms krijgen ze het moeilijk: de Joodse regels en wetten zijn totaal anders dan de regels aan het koninklijke hof. Maar steeds weer worden Daniël en zijn vrienden door engelen gered. Daardoor ontdekken Nebukadnessar en zijn opvolgers dat de God van Sadrach, Mesach en Abednego machtiger is dan alle andere goden.
De dromen in Daniël
In het tweede deel staan vier dromen (Daniël 7-12). Daniël vertelt in de ik-vorm wat hij in de dromen heeft gezien. Vaak staat er ook uitleg bij, omdat er veel geheimzinnige beelden in de dromen voorkomen.
Door die dromen weet Daniël dat de koninkrijken van de Babyloniërs, de Meden, de Perzen en de Grieken zullen verdwijnen. Het volk van God zal dan weer vrij en zelfstandig zijn.
Wat zijn de thema’s in het boek Daniël?
Het verborgen plan van God
Het boek Daniël is een apocalyptisch boek. Dat betekent: Een boek dat het verborgen plan van God met de volken en met zijn eigen volk Israël bekendmaakt. Op een bepaald moment zal God ingrijpen in de wereldgeschiedenis om zijn oordeel te geven over de wereld. Voor sommigen betekent dit dat ze worden gestraft voor hun slechte daden. Anderen worden beloond voor hun goede leven.
Voor de schrijver van Daniël is het duidelijk dat God zal ingrijpen in de
wereldgeschiedenis. Daarover gaan vooral de verhalen in Daniël 2 en 7. Vier koninkrijken komen na elkaar op om te heersen over de wereld. Uiteindelijk sticht de God van de hemel zelf een koninkrijk voor zijn volk. Dat koninkrijk zal alle andere koninkrijken in één grote oorlog verwoesten. Alleen het koninkrijk van de allerhoogste God blijft bestaan.
Hoe kun je dit boek lezen?
Trouw blijven aan God
Net zoals Daniël en zijn vrienden hebben de Joden in de tijd van de schrijver te maken met een heerser die de Joodse gebruiken wil afschaffen. Maar Daniël en zijn vrienden houden zich aan de Joodse wetten over rein en onrein voedsel, en het gaat goed met hen (Daniël 1). In het boek Daniël lees je hoe God steeds weer mensen beschermt die trouw blijven aan hem!
God is koning
De verhalen en dromen van Daniël maken ook iets anders duidelijk: God heeft de grootste macht op aarde. Als Daniël de dromen van de machtige koningen uitlegt, wordt dat duidelijk: de God van de hemel overziet alles en leidt alle gebeurtenissen op aarde. Bij het lezen kun je steeds kijken naar verschillen tussen menselijke machthebbers en de God van de hemel.