Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Sefanja

Wat is het verhaal achter de tekst?

Wie is Sefanja?

Het boek Sefanja is genoemd naar een profeet uit Juda die leefde tussen 650 en 600 voor Christus. De naam Sefanja betekent: De Heer beschermt. De vader van Sefanja heette Kusi (Sefanja 1:1). Die naam past goed bij iemand uit Nubië, in het noorden van Egypte. Maar ook de namen van de voorouders van Sefanja worden genoemd: Gedalja, Amarja en Hizkia. Dat zijn echte Judese namen. Deze namen laten zien dat de familie van Sefanja uit Juda kwam, en in de God van Israël geloofde. Verder weten we niet veel over Sefanja.

Wanneer leefde Sefanja?

Sefanja werkt als profeet in de tijd dat Josia koning van Juda is (640-609 voor Christus). Waarschijnlijk heeft Sefanja de profeet Jeremia gekend.
In de tijd dat Sefanja profeet is, zijn de Assyriërs het machtigste volk in het Oude Nabije Oosten. Ze hebben al veel volken verslagen. Ook Juda moet belasting aan de Assyriërs betalen. Vooral aan het begin van de regering van Josia hebben de Assyrische godsdienst en gewoontes grote invloed in Jeruzalem (Sefanja 1:4-5; 8-9; 2:13-15). Sefanja heeft daar veel kritiek op (Sefanja 1:4, 7-13; 3:1-4).

Wat zijn de thema’s in dit boek?

Kritiek op de leiders

Sefanja heeft veel kritiek op de leiders van Juda. Die leiders vinden het goed dat er in Jeruzalem andere goden vereerd worden, naast de God van Israël. Sefanja wil een godsdienst zonder Assyrische goden en ideeën. Hij waarschuwt de leiders ook omdat zij misbruik maken van hun macht (Sefanja 3:1-4). Ze stelen en moorden in opdracht van de koning. Zulk onrecht moet gestraft worden. Volgens Sefanja zal God zorgen voor een grote ramp als er niets verandert (Sefanja 1:4-6). Die ramp zal gebeuren op de dag van de Heer. Dat is een verschrikkelijke dag, waarop God komt om de hele wereld te straffen (Sefanja 1:15; 3:8). Uiteindelijk zullen alle volken op aarde de God van Israël vereren (Sefanja 2:11; 3:9-10).

De dag van de Heer

De dag van de Heer is volgens de profeten een dag waarop God aan het eind van de tijd zal rechtspreken. Ook Joël en Amos spreken over die dag. Sefanja noemt die dag de dag van Gods grote woede (zie Sefanja 1:15). Want dan zal God de mensen straffen voor wat ze verkeerd gedaan hebben. Op de hele aarde zal het donker worden. Alles zal verwoest worden. De mensen zullen in angst en ellende leven. Dat geldt voor alle volken, ook voor de mensen in Juda en Jeruzalem!

Een mooie toekomst

Volgens Sefanja is de dag van de Heer niet alleen een grote ramp. Het is ook een dag van redding. Wie doet wat God vraagt, zal die dag overleven, en een goede toekomst hebben. Daar zal God zelf voor zorgen. Dan zullen ook de Judeeërs die uit hun land zijn weggevoerd, weer naar Jeruzalem terugkeren (Sefanja 3:18-19).

Hoe kun je dit boek lezen?

Geen einde, maar een nieuw begin

Let er tijdens het lezen van het boek Sefanja op dat Sefanja niet alleen maar een sombere profeet is. Hij vindt dat er veel misgaat in zijn land, en dat moet veranderen. Maar Sefanja is vooral bezig met de vraag hoe er een nieuw begin kan komen.

Voor Sefanja is de oplossing heel ingrijpend: de hele wereld met alles wat er leeft, moet worden vernietigd. Net zoals bij de grote overstroming in de tijd van Noach. Toen kon God een nieuw begin met de schepping maken.

Sefanja waarschuwt dat er overal op de wereld verwoestingen zullen zijn op de dag van de Heer. Op die dag zal de hele aarde in brand staan (Sefanja 3:8). Alles wat slecht is, zal vernietigd worden. Dat is de voorwaarde voor een nieuw begin.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.7
Volg ons