Inleiding Matteüs
Wat is het verhaal achter de tekst?
De schrijver en het boek
Het evangelie volgens Matteüs vertelt het goede nieuws over Jezus. Het begint met een lijst van de voorouders van Jezus. En het eindigt met de opdracht die Jezus na zijn opstanding aan zijn leerlingen geeft: het goede nieuws moet overal bekendgemaakt worden.
We weten niet zeker wie dit evangelie geschreven heeft. Vanaf de tweede eeuw na Christus wordt Matteüs als schrijver genoemd: de tollenaar die Jezus in Kafarna tegenkomt, en die een van de twaalf leerlingen wordt (Matteüs 9:9 en Matteüs 10:3).
Het evangelie volgens Marcus is nog ouder dan het evangelie volgens Matteüs. Matteüs maakt gebruik van dat evangelie, en voegt er informatie aan toe. En vaak geeft hij een eigen uitleg aan de daden en woorden van Jezus.
Joodse christenen
Waarschijnlijk schreef Matteüs voor christenen met een Joodse achtergrond. Jezus was een Jood, en zijn volgelingen vormden in het begin een groep binnen het Joodse geloof. Maar al snel werden de verschillen tussen de volgelingen van Jezus (de christenen) en de andere Joden te groot. Volgens andere Joden leggen de christenen de Joodse geschriften verkeerd uit. Bovendien gaan zij om met niet-Joden die in Jezus geloven.
Joden die in Jezus geloven, moeten hun geloof dus steeds verdedigen. In het evangelie volgens Matteüs voel je die spanning. Je kunt dit boek lezen als antwoord op de vragen van veel christenen in die tijd: Wat betekenen het Joodse geloof en de Joodse wetten voor ons, volgelingen van Jezus? En waar horen we thuis: in de synagoge, bij de andere Joden? Of in een nieuwe gemeenschap, samen met niet-Joden die ook in Jezus geloven?
Voor Matteüs is het duidelijk: de christenen – mét of zder Joodse achtergrond – zijn het enige echte volk van God. En als je in Jezus gelooft, begrijp je de heilige boeken pas goed.
Wat zijn de thema’s in dit boek?
Dat moest zo gebeuren, want de profeet had gezegd…
Matteüs zegt steeds weer dat Gods beloftes uit het Oude Testament uitkomen in het leven van Jezus. Vaak noemt Matteüs teksten over de redder die God beloofd had. Die verwijzingen naar de wet en de profeten maken duidelijk dat Jezus niet gekomen is om de Joodse heilige boeken weg te doen. Hij is juist gekomen om de ware betekenis van die boeken te laten zien (Matteüs 5:17).
Jezus als echte leraar
Die ‘ware betekenis’ heeft voor Matteüs met twee dingen te maken. Aan de ene kant gaat het erom wie Jezus is: de messias, de redder die God aan zijn volk beloofd heeft.
Aan de andere kant gaat het om de vraag hoe je de Joodse wetten moet uitleggen. In de eerste eeuw na Christus hadden veel Joden daar verschillende meningen over. Volgens Matteüs is Jezus de enige leraar die de wetten op de juiste manier kan uitleggen.
Hoe kun je dit boek lezen?
Leerling van Jezus
Matteüs beschrijft Jezus dus als de enige ware leraar. Maar hij gebruikt ook opvallend vaak het woord ‘leerling’. Alleen in het evangelie volgens Matteüs krijgen de volgelingen van Jezus de opdracht om ook andere mensen tot leerlingen te maken (Matteüs 28:19). ‘Mensen tot leerlingen maken’ betekent meer dan alleen maar kennis overbrengen: een ware leerling volgt Jezus, ook op moeilijke momenten. De opdracht die Jezus aan zijn leerlingen geeft, is dus zeker niet makkelijk.
Het echte geluk
Jezus zegt vaak dat zijn leerlingen het moeilijk zullen krijgen (bijvoorbeeld Matteüs 24:37-51). Hij waarschuwt hen dat ze moeten volhouden. Dan is het echte geluk voor hen bestemd. En soms kunnen ze daar nu al iets van merken.
Tijdens het lezen van het evangelie volgens Matteüs kun je op zoek gaan naar de spanning tussen ‘nu’ en ‘straks’, en tussen ‘volhouden’ en ‘het echte geluk’.
Van toespraak naar toespraak
Het evangelie volgens Matteüs is opgebouwd rond vijf toespraken van Jezus.
- De eerste toespraak is de bekendste: de toespraak op de berg (de Bergrede; Matteüs 5-7).
- Daarna komt de toespraak voor de leerlingen (Matteüs 10),
- de toespraak met voorbeelden voor de mensen (Matteüs 13:1-53),
- de toespraak met uitleg over Gods nieuwe wereld (Matteüs 17:24-18:35),
- en de toespraak over het einde van deze wereld (Matteüs 24-25).
Matteüs sluit elke toespraak af met een herkenbaar zinnetje, zoals: ‘Dit waren de dingen die Jezus zei.’ Daarmee wil Matteüs laten zien dat je de gebeurtenissen in het leven van Jezus alleen kunt begrijpen als je zijn woorden aanneemt.