Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Marcus

Wat is het verhaal achter de tekst?

Wanneer is het boek geschreven?

In de eerste christelijke gemeenten werden verhalen over Jezus doorverteld. Marcus was de eerste die deze verhalen in een boek bij elkaar zette. Het evangelie volgens Marcus is daarmee het oudste verhaal dat we kennen over het leven van Jezus. Het is waarschijnlijk geschreven rond het jaar 70 na Christus, toen de Romeinen Jeruzalem verwoestten.

Hoe zit het boek in elkaar?

De zestien hoofdstukken van het evangelie volgens Marcus kun je in twee delen verdelen. Het boek begint met een inleiding waarin Johannes de Doper als eerste duidelijk maakt wie Jezus is (Marcus 1:1-13). Daarna volgt de rest van het eerste deel van Marcus, waarin verteld wordt over het werk van Jezus in Galilea (Marcus 1-10). Wonderverhalen en voorbeeldverhalen (gelijkenissen) maken duidelijk dat Gods nieuwe wereld echt begonnen is.

Het tweede deel van het evangelie volgens Marcus speelt zich af in Jeruzalem (Marcus 11-16), en gaat vooral over het lijden van Jezus, zijn dood en zijn opstanding. In de oudste teksten die we van het evangelie volgens Marcus kennen, eindigt dit boek bij Marcus 16:8 met het bericht dat vrouwen horen dat Jezus is opgestaan, maar het aan niemand vertellen.

Zo’n open einde past natuurlijk goed bij een boek waarin je steeds uitgedaagd wordt om na te denken wie Jezus volgens jou is. Maar latere overschrijvers (die ook de andere evangeliën kenden) hebben toch een samenvatting van de verhalen over de verschijning van Jezus na zijn dood aan dit boek toegevoegd (Marcus 16:9-20). Zo hoefde niemand te twijfelen aan de goede afloop van het verhaal van Jezus.

Wat zijn de thema’s in dit boek?

Wie is Jezus?

Waarom zou iemand de verhalen over Jezus allemaal bij elkaar willen zetten? Natuurlijk om ze te kunnen onthouden en doorvertellen. Maar Marcus had nog een ander doel: hij wilde duidelijk maken wie Jezus is. Dat is de belangrijkste vraag in dit evangelie.

In het eerste hoofdstuk wordt bijvoorbeeld de geschiedenis verteld van Jezus en Johannes de Doper. Wat leert dat verhaal ons over Jezus? Johannes geeft zelf een antwoord in Marcus 1:7-8: ‘Na mij komt iemand die veel machtiger is dan ik.’ En als Jezus gedoopt wordt door Johannes, horen we God vanuit de hemel zeggen dat Jezus zijn Zoon is.

Je kunt het boek Marcus lezen als een zoektocht naar het antwoord op de vraag wie Jezus is. Marcus vertelt daarom verhalen over de wonderen van Jezus, over discussies tussen Jezus en zijn tijdgenoten, over lijden en dood, over mensen die in Jezus geloven, en over mensen die niet begrijpen wie hij is. Soms zie je de vraag ‘Wie is Jezus?’ zelfs letterlijk in de tekst van dit boek staan. Als Jezus ervoor heeft gezorgd dat de storm op het meer opgehouden is, vragen de leerlingen zich af wie Jezus is (Marcus 4:41). En in Marcus 8:27 en 29 vraagt Jezus zelf aan de leerlingen wie zij denken dat hij is.

In het evangelie volgens Marcus staan ook allerlei antwoorden op de vraag wie Jezus is: Jezus is Gods Zoon (Marcus 1:11), de Mensenzoon (Marcus 2:10), koning van Israël (Marcus 15:31), en de messias (Marcus 8:29). Maar het belangrijkste is dat je pas echt weet wie Jezus is, als je ook weet dat hij gestorven is en opgestaan. Op allerlei plaatsen in het boek lees je dan ook dat mensen die ontdekt hebben wie Jezus is, daarover niets mogen doorvertellen. Het verhaal is nog niet af. Pas als je het hele verhaal kent, weet je echt wie Jezus is.

Gods nieuwe wereld

Wat Marcus ons ook vanaf het begin duidelijk maakt, is dat met Jezus Gods nieuwe wereld begonnen is (Marcus 1:15). Er waren groepen Joden die verwachtten dat God snel zou ingrijpen en een nieuwe koning zou sturen: de Messias. Marcus vertelt dat met Jezus die nieuwe tijd begonnen is. Je kunt Gods nieuwe wereld nog niet overal zien, maar het begin is er. Jezus vergelijkt het begin van die nieuwe wereld met een mosterdzaadje dat later een grote boom wordt (Marcus 4:30-32). En in Marcus 13 lezen we over de tijd vlak voordat Gods nieuwe wereld echt overal zichtbaar zal zijn.

Hoe kun je dit boek lezen?

Bij het lezen van de verhalen in dit Bijbelboek kun je jezelf steeds een paar vragen stellen: Wat laat dit verhaal zien over Jezus? En: Laat dit verhaal iets zien over Gods nieuwe wereld? En zo ja, wat dan?

Wat ook leuk is om te weten, is dat er in het boek veel korte verhalen staan. Die verhalen lopen soms zelfs door elkaar heen (kijk maar eens naar Marcus 5:21-43). Daardoor wordt het boek nog levendiger.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons