Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Filippenzen

Wat is het verhaal achter de tekst?

Filippi

Paulus schrijft deze brief aan de christenen in Filippi. Filippi was een stad in een Romeinse provincie in het noorden van Griekenland. De stad is genoemd naar Filippus II, de vader van Alexander de Grote. Hij heeft Filippi in de vierde eeuw voor Christus gesticht.

In de tijd van Paulus woonden er in Filippi veel mannen die Romeins soldaat waren geweest. Het was een belangrijke stad op de handelsroute naar Rome. Er woonden ook Joden. Dat kun je lezen in Handelingen 16:13.

Gevangen

Toen Paulus deze brief schreef, zat hij in de gevangenis (Filippenzen 1:13). We weten niet zeker waar hij gevangenzat, en wanneer hij deze brief precies geschreven heeft. Waarschijnlijk was het rond het jaar 60 na Christus in Rome, of rond het jaar 55 na Christus in Efeze. Paulus heeft namelijk meerdere keren in de gevangenis gezeten vanwege zijn werk voor het goede nieuws.

Hoe zit de brief in elkaar?

Aan het begin van de brief groet Paulus de Filippenzen, en dankt hij God voor hun geloof (Filippenzen 1:11). Daarna vertelt hij hoe het goede nieuws van Jezus doorverteld wordt, ook al zit hij zelf gevangen (Filippenzen 1:12-26). Paulus zegt tegen de Filippenzen dat ze goed moeten leven, verbonden met elkaar en volgens het voorbeeld van Jezus (Filippenzen 1:27-2:18). Dan vertelt hij waarom hij Timote en Epafroditus, die bij hem waren, meestuurt naar Filippi (Filippenzen 2:19-30).

Het volgende gedeelte gaat over God als redder. Paulus legt uit dat je niet gered wordt door je aan de Joodse wet te houden, maar door te geloven (Filippenzen 3:1-4:9). In dit gedeelte verandert de toon van de brief. Paulus is boos op de christenen die iets anders vertellen, en die vinden dat niet-Joden zich moeten laten besnijden.

Aan het eind van de brief zegt Paulus nog eens dat hij dankbaar is, en dat de Heer hem kracht geeft in de gevangenis (Filippenzen 4:10-23).

Wat zijn de thema’s in dit boek?

Blij en vriendelijk zijn

Heel vaak spreekt Paulus in deze brief over blijdschap en vriendelijkheid. En dat terwijl hij zelf in de gevangenis zit! Paulus is blij omdat het goede nieuws doorverteld wordt terwijl hij gevangenzit (Filippenzen 1:18), maar ook omdat hij vindt dat geloof en blijdschap bij elkaar horen (Filippenzen 3:1; 4:4). Hij zegt dan ook tegen de inwoners van Filippi dat ze blij en vriendelijk moeten zijn.

De wet van Mozes

Paulus reageert fel op de rondtrekkende christenen die vertellen dat niet-Joden zich moeten laten besnijden om ook bij Jezus te kunnen horen. Zij zeggen dat christenen zich aan de wet van Mozes moeten houden. Paulus is het daar niet mee eens. Je hoeft niet volgens de Joodse wet te leven om bij Jezus Christus te horen. Christenen hebben de heilige Geest gekregen. Dat is volgens Paulus de echte besnijdenis (Filippenzen 3:3)!

Strijd

Omdat er veel ex-soldaten in Filippi wonen, gebruikt Paulus veel militaire beelden in deze brief. Hij heeft het over tegenstanders (Filippenzen 1:28), strijden voor het geloof (Filippenzen 1:30; 4:2), en in het Grieks noemt hij Epafroditus een ‘medestrijder’ (Filippenzen 2:25).

Hoe kun je dit boek lezen?

Eenheid

Een belangrijk thema in de brieven van Paulus is: eenheid onder de volgelingen van Jezus, of ze nu Joods of niet-Joods zijn. Die eenheid werd bedreigd door mensen die vonden dat ook niet-Joden zich aan de Joodse wetten moeten houden. Als je dat in gedachten houdt, dan wordt het duidelijk waarom de toon van de brief vanaf Filippenzen 3 ineens zo fel wordt.

Het komt goed!

In deze brief laat Paulus merken dat hij vertrouwen heeft in de toekomst. Hij zit gevangen, maar is toch blij en dankbaar. Hij gelooft dat het goed is dat er overal over Christus wordt verteld. Natuurlijk is het niet altijd makkelijk om te blijven vertrouwen. Dat weet Paulus goed. Hij is niet altijd blij – hij schrijft zelfs dat hij de tranen in zijn ogen heeft staan (Filippenzen 3:18). Maar hij gelooft dat God een grote vrede geeft die beschermt tegen kwaad (Filippenzen 4:7).

Deze brief kan je helpen om in moeilijke tijden te blijven vertrouwen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons