Inleiding Leviticus
Wat is het verhaal achter de tekst?
Een boek vol wetten en regels
In het boek Leviticus zijn allerlei wetten en regels te vinden. De wetten staan in lange toespraken van Mozes. Mozes zegt daarin hoe God wil dat de priesters en de mensen leven. Alle wetten zijn heel precies opgeschreven, met veel regels over kleine dingen.
Het valt op dat sommige zinnen uit die wetten steeds herhaald worden. Bijvoorbeeld: ‘Jullie moeten heilig zijn, omdat ik, de Heer jullie God, heilig ben’ (Leviticus 11:44; 19:1; 20:7). En heel vaak hebben zinnen de vorm: ‘als … dan’. Op die manier komen heel veel mogelijke situaties langs, met steeds een wet die daarbij past.
Voor het volk in de woestijn
De verhalen in het boek Leviticus gaan over de tijd dat het volk van Israël door de woestijn trekt. Er is nog geen tempel. De heilige kist met de wetten van God wordt meegenomen in de heilige tent. Door deze wetten leren de Israëlieten hoe ze tijdens deze reis, maar ook later in het beloofde land, met elkaar moeten leven. God wil dat zijn volk een goed leven heeft. Dat kan alleen als de mensen zich houden aan zijn wetten.
Hoe zit het boek in elkaar?
Het boek Leviticus heeft twee delen:
- In Leviticus 1-16 staan vooral wetten voor priesters. Hoe moeten ze offers brengen, en wanneer? Wat moeten de priesters doen als mensen een huidziekte hebben? En welke dieren mogen de mensen wel en niet eten?
- In Leviticus 17-27 staan vooral wetten voor de gewone Israëlieten. Hoe kunnen zij leven zoals God dat wil? Deze wetten gaan bijvoorbeeld over hoe je met andere mensen moet omgaan. En ze gaan over de feesten, zoals het Feest van het Brood zonder Gist en het Loofhuttenfeest. Het laatste hoofdstuk gaat over plechtige beloftes aan God.
Wanneer is het boek geschreven?
Het is moeilijk om precies te zeggen wanneer het boek Leviticus geschreven is. Vanaf de tijd van Ezra en Nehemia (ongeveer 450 voor Christus) dachten mensen dat Mozes de eerste vijf boeken van de Bijbel geschreven heeft. Daarom noemen we deze boeken soms ook ‘de vijf boeken van Mozes’.
Maar waarschijnlijk zijn de regels en wetten in het boek Leviticus op verschillende momenten opgeschreven. Uiteindelijk is van alle wetten en regels één boek gemaakt. Dat gebeurde waarschijnlijk tijdens en na de Babylonische ballingschap (toen de Babyloniërs de mensen uit Juda naar Babylonië gebracht hadden). Toen kregen veel Bijbelboeken de vorm die ze nu hebben.
Wat zijn de thema’s in dit boek?
Jullie moeten heilig zijn
In het boek Leviticus is het woord ‘heilig’ heel belangrijk. Als God heilig genoemd wordt, betekent dat dat hij volmaakt is. Mensen zijn nooit uit zichzelf heilig, maar ze kunnen het wel worden: als de Israëlieten zich aan alle wetten houden, zullen ze een heilig volk zijn. Alleen dan kan de heilige God bij hen wonen en ervoor zorgen dat het goed met hen gaat.
Rein en onrein
Mensen moeten dus proberen om heilig te zijn. Dat kunnen ze doen door rein te blijven, en door weg te blijven van verkeerde dingen.
‘Rein’ en ‘onrein’ zijn moeilijke begrippen. Voor de Israëlieten hadden die begrippen vooral te maken met de vraag of iets of iemand geschikt was om God te vereren. Alleen reine mensen mochten God vereren en meedoen met de offers. Iemand die onrein was, moest eerst weer rein worden. Pas dan mocht hij of zij weer meedoen. Soms moesten mensen buiten het kamp blijven zolang ze onrein waren.
Hoe kun je dit boek lezen?
Dicht bij God
Door alle ingewikkelde regels kun je makkelijk vergeten waar het boek Leviticus voor bedoeld is: om dicht bij God te komen en een goed leven te leiden. Dat leven kun je ‘heilig’ noemen. Probeer om vooral naar de belangrijkste onderwerpen van het boek te kijken. Dus niet alleen naar de losse wetten en regels, maar naar het hele boek.
Deze vragen kunnen helpen bij het lezen van het boek Leviticus:
- Het lijkt alsof er in onze tijd veel minder regels zijn dan in het boek Leviticus. Vind je dat prettig? Of mis je nu soms duidelijke wetten?
- Heb jij ook het verlangen om dicht bij God te leven? Hoe kunnen de wetten uit het boek Leviticus je daarbij helpen?