Inleiding Johannes (brieven)
Wat is het verhaal achter de tekst?
Johannes de apostel en Johannes de kerkleider
De brieven van Johannes zijn waarschijnlijk aan het einde van de eerste eeuw na Christus geschreven. De titels ‘1, 2 en 3 Johannes’ zijn later toegevoegd. Waarschijnlijk wordt Johannes als schrijver genoemd omdat het taalgebruik en de thema’s in deze brieven erg lijken op het taalgebruik en de thema’s in het evangelie volgens Johannes. Net als in het evangelie gaat het in de brieven bijvoorbeeld ook over de verbondenheid tussen Jezus Christus en God de Vader, en over het verschil tussen ‘de wereld’ en ‘de kinderen van God’.
Waarschijnlijk hoorden de schrijver van het evangelie en de schrijver of schrijvers van de brieven van Johannes tot dezelfde groep. Misschien was dat de gemeente in Efeze, waar de apostel Johannes ging wonen toen hij ouder geworden was.
1 en 2 Johannes: luister niet naar mensen die leugens vertellen over Jezus
In 1 Johannes staat niet wie de schrijver is, en ook niet aan wie de brief geschreven is. Misschien was de tekst oorspronkelijk een preek en geen brief. In ieder geval reageert de schrijver op een spannende situatie: er zijn mensen in de gemeente die allerlei leugens vertellen over het geloof in Jezus. De schrijver wil dat de lezers vasthouden aan de waarheid over Jezus Christus. Hij gebruikt heftige woorden, en begint soms ineens over iets anders. Daaraan kun je zien hoe belangrijk dit onderwerp voor hem is: soms lijkt hij sneller te denken dan hij kan schrijven.
2 Johannes is een korte brief van een kerkleider aan een gemeente. De situatie in die brief lijkt op die in 1 Johannes: er zijn mensen die leugens over Jezus vertellen. Daar mogen de gelovigen absoluut niet naar luisteren!
3 Johannes: gastvrijheid en een waarschuwing
Ook 3 Johannes is geschreven door iemand die zichzelf ‘de kerkleider’ noemt. Hij schrijft een brief aan zijn goede vriend Gajus, die veel heeft gedaan voor rondreizende gelovigen. De kerkleider waarschuwt Gajus voor Diotrefes, een christen die leugens vertelt en rondreizende christenen niet wil ontvangen.
Wat zijn de thema’s in deze boeken?
Hoor je bij Christus of bij de wereld?
De schrijver benadrukt steeds weer het verschil tussen de wereld en Gods hemelse werkelijkheid. De wereld is volgens hem het rijk van de duisternis en van de duivel (Johannes 5:19). Als mensen in Jezus Christus geloven, kunnen zij de duisternis en het kwaad overwinnen. Ze horen dan bij God en leven in het licht.
De schrijver wil dat zijn lezers er steeds weer voor kiezen om bij Christus te willen horen.
Luister niet naar de vijanden van Christus!
Die keuze is niet makkelijk: er zijn mensen in de gemeente die verwarrende dingen over Christus vertellen. Ze zeggen bijvoorbeeld dat Jezus Christus nooit echt mens geweest is. Wie dit soort dingen vertelt, is volgens de schrijver een vijand van Christus. De christenen moeten vasthouden aan de waarheid die ze over Jezus geleerd hebben. De heilige Geest zal hen daarbij helpen (1 Johannes 2:26-27).
Houd van elkaar!
Volgens de schrijver kun je aan iemands gedrag zien of hij leugens vertelt of de waarheid spreekt. Iemand spreekt de waarheid als bij alles wat hij doet de liefde het belangrijkste is. God heeft door Jezus laten zien hoeveel hij van de mensen houdt. Net zo moeten mensen die in Jezus geloven, laten zien hoeveel ze van andere gelovigen houden. Alleen dan leven ze echt in het licht (1 Johannes 2:7-11).
Hoe kun je deze boeken lezen?
Wat is de waarheid?
Het belangrijkste thema in 1-3 Johannes is de waarheid over Jezus. De lezers worden steeds gewaarschuwd: sommige mensen gebruiken bijna dezelfde woorden als ze over hun geloof praten, maar leggen die woorden anders uit.
Probeer bij het lezen van deze boeken steeds op dat verschil te letten. Hoe zie je of iemand de waarheid spreekt of leugens vertelt?
Voorbeelden uit je eigen leven
De brieven van Johannes spreken over grote dingen: duisternis en licht, de wereld en Gods werkelijkheid, volmaakte liefde…
Let er tijdens het lezen van deze brieven op hoe de schrijver die dingen aan elkaar verbindt. Het kan helpen als je zelf voorbeelden uit je eigen leven bedenkt die de betekenis van die belangrijke woorden duidelijk maken.