Inleiding Joël
Wat is het verhaal achter de tekst?
Waarom spreekt Joël als profeet?
Het Bijbelboek Joël is genoemd naar de profeet Joël. Van deze profeet weten we alleen zijn naam, en dat hij als profeet in Juda en Jeruzalem werkte. Maar het is niet zeker wanneer dat was. Sommige uitleggers denken dat Joël leefde vr de verovering van Jeruzalem door de Babyloniërs (586 voor Christus, zie 2 Koningen 25:1-12). Volgens anderen spreekt Joël over latere gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël.
Joël heeft een belangrijke reden waarom hij als profeet aan het werk gaat. Hij wil zijn luisteraars waarschuwen, want hij is heel erg geschrokken door een ramp die het land getroffen heeft. Een grote groep sprinkhanen heeft alle planten vernietigd, zodat het bijna niet meer mogelijk is om in het land te leven.
Voor Joël zijn al die sprinkhanen een belangrijk teken. Hij denkt dat die sprinkhanen het begin zijn van de dag van de Heer, de dag waarop God de wereld zal oordelen. Die dag was al voorspeld door profeten zoals Amos, Ezechiël en Sefanja. En volgens Joël is die dag nu begonnen.
Opbouw van het boek
Het eerste deel van het boek Joël (Joël 1:2-2:17) is negatief. Joël heeft veel kritiek op zijn volk. Hij beschrijft eerst hoe het land door sprinkhanen verwoest is. Daarna zegt hij dat dit het begin is van de komst van de dag van de Heer: God zelf is als legerleider op weg om oorlog te voeren met Juda. Joël waarschuwt voor dat gevaar. Hij roept zijn luisteraars op om hun leven te veranderen en trouw te zijn aan God.
Het tweede deel (Joël 2:18-4:21) is positiever. Joël belooft dat het verwoeste land hersteld zal worden. Maar dan moet het volk wel terugkeren naar God. Dan zal God zijn geest geven aan alle mensen. Aan het eind van het boek vertelt Joël opnieuw over de komst van de dag van de Heer. Op die dag worden de vijanden van Gods volk vernietigd. Maar God zal zorgen dat het weer goed gaat met zijn volk.
Wat zijn de thema’s in dit boek?
De dag van de Heer
De dag van de Heer is in de boeken van de profeten een dag van oordeel. Het is de dag aan het einde van de tijd waarop God op aarde komt om recht te spreken over de volken: om mensen te straffen voor hun verkeerde daden, en hen te belonen voor hun goede daden. De verschijning van God als rechter heeft grote gevolgen. De hele wereld zal veranderen: ‘Dan zullen de aarde en de hemel beven. Dan geven de zon en de maan geen licht meer, en ook de sterren verliezen hun glans’ (Joël 2:10-11; zie ook Joël 3:1-3).
In het eerste deel van Joël waarschuwt Joël dat God het volk op die dag zwaar zal straffen. Het volk doet niet wat God vraagt. Alleen door spijt te tonen, kunnen de mensen de zware straf tegenhouden. Dan zal God zijn volk redden. Dan zullen de mensen door Gods zegen gelukkig en in vrede leven.
In het tweede deel van het boek is de dag van de Heer niet meer tegen te houden. Die dag is nu geen dreiging meer voor de inwoners van Juda, maar voor hun vijanden. Die worden zwaar gestraft. Maar voor het volk van God is er juist de belofte dat het land zich zal herstellen na de verwoesting door de sprinkhanen. Het land zal weer net zo vruchtbaar worden als de tuin van Eden.
Hoe kun je dit boek lezen?
Waarschuwing en belofte
Als profeet heeft Joël twee taken: hij moet de mensen waarschuwen, maar hij mag hen ook bemoedigen. Tijdens het lezen van Joël kun je kijken wat die waarschuwingen en bemoedigingen met elkaar te maken hebben. Wanneer moet Joël de mensen waarschuwen, en waarom? En wanneer mag hij beloven dat God hen zal redden?