Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding Jeremia

Wat is het verhaal achter de tekst?

De profeet Jeremia

Jeremia was een profeet die vlak voor en tijdens de Babylonische ballingschap in Juda leefde. Hij is, samen met Jesaja en Ezechiël, een van de drie ‘grote profeten’ van het Oude Testament. In het begin van het boek Jeremia kun je lezen hoe hij profeet werd, en wat voor profeet hij was.

Babylonische ballingschap

De gebeurtenissen in het boek Jeremia spelen zich af tussen 622 en 586 voor Christus. In die tijd kwamen de Babyloniërs aan de macht in het Midden-Oosten. Zij verhuisden grote groepen mensen heen en weer. In het jaar 586 verwoestten ze Jeruzalem. Ze ontvoerden rijke en machtige Judeeërs naar Babel. Een groep arme Judeeërs bleef achter in Juda. Sommigen van hen waren bang voor de Babyloniërs, en vluchtten daarom naar Egypte. Ze namen Jeremia met zich mee. Waarschijnlijk is Jeremia in Egypte gestorven.

Tekst van het boek

Volgens Jeremia 36 heeft Baruch, de schrijver van Jeremia, in het jaar 605 voor Christus de uitspraken van Jeremia opgeschreven. Maar omdat er slecht nieuws in stond voor Juda, liet koning Jojakim het boek verbranden. Later is het boek nog een keer opgeschreven, en zijn er stukken aan toegevoegd. Waarschijnlijk was dat tweede boek de basis voor het boek Jeremia zoals wij dat nu kennen.

Opbouw van het boek

Omdat er steeds weer dingen aan het boek Jeremia veranderd zijn, is de opbouw niet meer zo duidelijk. Verhalen worden niet altijd in de logische volgorde verteld. Toch is het mogelijk om Jeremia in drie delen te verdelen. In het eerste deel (Jeremia 1-25) staan de profetieën en de waarschuwingen van Jeremia. Het tweede deel (Jeremia 26-45) staat vol met beloftes, maar ook met verhalen over de ondergang van Juda. Het slot van het boek (Jeremia 46-52) gaat over de verwoesting van Jeruzalem en de tempel.

Wat zijn de thema’s in dit boek?

De boodschap van Jeremia

Jeremia vertelt aan de Judeeërs dat ze zich aan de afspraken met God moeten houden. Ze vereren andere goden, en ze gaan niet goed met elkaar om. Daarom gaat God het volk straffen. Het boek Jeremia staat vol met waarschuwingen. Als de Judeeërs niet luisteren, zal het rijk Juda verdwijnen.

De tempel van de Heer

De leiders van het land vertrouwen erop dat ze beschermd zullen worden door de tempel. In de tempel woont God bij hen, dus hij moet wel aan hun kant staan! Maar Jeremia vertelt dat de tempel geen zekerheid geeft. Hij voorspelt zelfs dat de tempel zal worden vernietigd. Daar zijn de leiders van het volk erg boos over. Maar het boek Jeremia eindigt inderdaad met de verwoesting van de tempel door de Babyloniërs.

Een nieuwe afspraak

Toch gaat het in Jeremia niet alleen over waarschuwingen en straf. Jeremia mag de Judeeërs namens God ook een mooie toekomst beloven. Een toekomst met een nieuwe tempel en een nieuwe afspraak. Omdat de Judeeërs zich niet aan de oude afspraak met God (de wetten uit de Tora) hebben gehouden, wil God opnieuw een afspraak met zijn volk maken. Over de regels die bij de afspraak horen, zegt God: ‘Ik zal ze in hun hart schrijven, zodat ze die nooit zullen vergeten.’ (Jeremia 31:33)

Hoe kun je dit boek lezen?

Uitleg

Het boek Jeremia vertelt aan de Judeeërs waarom ze in ballingschap leven. Het is niet de schuld van God dat ze door de Babyloniërs naar Babel gebracht zijn. Zij hebben zich niet aan de afspraak met God gehouden, en daarom zijn ze gevangengenomen en naar Babel gebracht. Zo legt het boek Jeremia de politieke gebeurtenissen van die tijd uit aan de Judeeërs.

Hoop

Het boek Jeremia is ook een boek van hoop. Want ook al zijn de Babyloniërs sterk en wordt de stad Jeruzalem en zelfs de tempel verwoest, toch is er een toekomst voor het volk. Juist tussen de verhalen over de ondergang van Juda door mag Jeremia woorden van hoop doorgeven aan het volk. Hij mag vertellen over een nieuw begin van God met het volk van Israël.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons