Inleiding Efeze
Wat is het verhaal achter de tekst?
Van wie is de brief, en voor wie?
De brief aan de Efeziërs begint net zoals de andere brieven: de schrijver (Paulus) groet zijn lezers (hier: de christelijke gemeente in Efeze). Er is alleen één probleem: in veel oude handschriften ontbreekt de eerste regel van deze brief. Pas later staan de namen van Paulus en de christelijke gemeente in Efeze erboven. Die namen kloppen wel met wat je in deze brief en op andere plaatsen in het Nieuwe Testament kunt lezen: volgens Efeziërs
6:21 moest Tychikus de brief naar Efeze brengen, en in 2 Timote 4:12 staat dat Paulus Tychikus naar Efeze stuurt.
Het is mogelijk dat Paulus inderdaad de schrijver van deze brief is, en dat de brief aan de christenen in Efeze geschreven is. Maar het zou ook een brief kunnen zijn die voor meerdere christelijke gemeenten bedoeld was. Dan was het een brief van Paulus, of van een van zijn leerlingen, aan verschillende gemeenten in Klein-Azië (een deel van wat nu Turkije is), bijvoorbeeld aan Efeze, Laodicea en Kolosse. Tussen die gemeenten was er waarschijnlijk veel contact.
De brief aan de Efeziërs is geschreven aan niet-Joodse christenen (Efeziërs 2:12). Maar de schrijver gaat er wel van uit dat zij de Joodse heilige boeken kenden (zie bijvoorbeeld Efeziërs 4:8-10 en Efeziërs 5:31).
Een uitleg bij de brief aan de Kolossenzen
De brief aan de Efeziërs lijkt op de brief aan de Kolossenzen. Je kunt deze brief zelfs lezen als een uitleg bij de brief aan de Kolossenzen. In beide brieven gaat het om de manier waarop Christus heerst over de hemel, de aarde en alles wat God gemaakt heeft.
Maar er zijn wel verschillen: in de brief aan de Kolossenzen staat dat Christus nu al over alles heerst. Volgens die brief is dat al begonnen met de hemelvaart. Maar er is ook nog veel kwaad in de wereld. Volgens de schrijver van de brief aan de Kolossenzen moet de kerk strijden tegen alles wat zich verzet tegen de hemelse macht van Christus.
Wat zijn de thema’s in dit boek?
Jullie horen bij het lichaam van Christus – gefeliciteerd!
In het eerste deel van de brief aan de Efeziërs (Efeziërs 1-3) zegt de schrijver hoe bijzonder Gods plan voor de kerk is. Je voelt de verbazing en de blijdschap van de schrijver over de dingen die God gedaan heeft, en nog gaat doen. Het leek onmogelijk dat Joden en niet-Joden één volk zouden zijn. Maar door Christus is het mogelijk geworden. Het leek onmogelijk dat mensen die slechte dingen doen, bij God mogen horen. Maar dankzij Gods goedheid en liefde kan dat toch. Allemaal zijn ze nu deel van het lichaam van Christus.
Jullie horen bij het lichaam van Christus – gedraag je ernaar!
Volgens de schrijver moeten de christenen in Efeze dus heel blij zijn dat ze bij God en bij Gods volk mogen horen. Maar dat betekent ook dat ze zich goed moeten gedragen. In Efeziërs 4 en 5 geeft de schrijver voorbeelden van hoe de mensen zich moeten gedragen. Eerlijkheid en heiligheid zijn daarbij heel belangrijk.
Jullie zijn het lichaam van Christus – vecht tegen de kwade machten!
De christenen hebben volgens de schrijver de opdracht om zich in deze zichtbare wereld heilig te gedragen. Maar ze hebben ook nog een grotere opdracht: samen met Christus vechten tegen de onzichtbare kwade machten. Uiteindelijk moet Christus gaan heersen over de hele wereld – de zichtbare én de onzichtbare, geestelijke werkelijkheid. De gelovigen moeten daarom leven als kinderen van het licht. Ze moeten Gods wapens gebruiken om zichzelf te verdedigen. Die wapens zijn: waarheid, vertrouwen, en Gods woorden. En de christenen moeten een eenheid zijn. Alleen dan kunnen ze tegen de kwade machten vechten.
Hoe kun je dit boek lezen?
Naast de brief aan de Kolossenzen
Veel onderwerpen van de brief aan de Efeziërs komen ook in de brief aan de Kolossenzen voor. Soms vullen de brieven elkaar aan, en soms leggen ze ergens anders de nadruk op. Het is interessant om bijvoorbeeld Efeziërs 4:1-16 te vergelijken met Kolossenzen 2:8-3:4, en Efeziërs 4:17-6:9 met Kolossenzen 3:5-4:1.